2D en 3D les 1 - meetkundige begrippen

2D en 3D - les 1 - meetkundige begrippen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

2D en 3D - les 1 - meetkundige begrippen

Slide 1 - Diapositive

Rekendoelen
  • Je herkent  meetkundige begrippen, symbolen en hoeken en gebruikt deze om situaties te beschrijven.
  • Je herkent coördinaten en windrichtingen en kunt deze gebruiken.
  • je herkent verschillende vormen van symmetrie en symmetrie-as.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoeken
 ⊥
Parallel/evenwijdige lijnen
 // 

Slide 4 - Diapositive




Wat weet je al over meetkundige begrippen?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

⊥(loodrecht) wanneer er sprake is van een rechte hoek.



// (evenwijdig) lijnen die altijd dezelfde afstand van elkaar hebben en elkaar dus nooit kruisen. 



Slide 7 - Diapositive

VOORBEELD
  • Punt A is een rechte hoek. Je kunt opschrijven: de lijnen staan hier ⊥ (loodrecht) op elkaar
  • De zwarte lijnen aan de boven en de onderkant van het scherm lopen parallel aan elkaar. Hiervoor kun je het symbool // (evenwijdig) gebruiken.
  • Punt A is een rechte hoek. Je kunt opschrijven: de lijnen staan hier ⊥ (loodrecht) op elkaar
  • De zwarte lijnen aan de boven en de onderkant van het scherm lopen parallel aan elkaar. Hiervoor kun je het symbool // (evenwijdig) gebruiken.

Slide 8 - Diapositive

Hoeken 
Rechte hoek = 90 graden
Stompe hoek = groter dan 90 graden
Scherpe hoek = kleiner dan 90 graden

Slide 9 - Diapositive

rechte hoek
stompe hoek
scherpe hoek
 ⊥
45 graden
120 graden

Slide 10 - Question de remorquage

Coördinaten

Slide 11 - Diapositive

In welk vak ligt punt H?
A
4C
B
3C
C
1A
D
2B

Slide 12 - Quiz

In welk vak ligt punt L?
A
1A
B
4A
C
2D
D
1D

Slide 13 - Quiz

Windrichtingen
Een windroos geeft de windrichtingen aan: noord, oost, zuid en west. 

Bij weerkaarten en -grafieken wordt de windrichting ook wel weergegeven met een pijltje. De bovenkant is het noorden. Het pijltje wijst aan waar de wind naartoe gaat.

Een windroos vind je ook op een kompas. De rode naald van een kompas wijst altijd naar het noorden. Door de N van het kompas precies onder de rode naald te draaien, weet je ook waar de andere windrichtingen liggen.


Slide 14 - Diapositive

Bij weerkaarten en -grafieken wordt de windrichting ook wel weergegeven met een pijltje. Je moet er dan bij denken dat de bovenkant het noorden is. Vaak wijst het pijltje naar de richting waar de wind naartoe gaat. Het pijltje hieronder bijvoorbeeld geeft aan dat de wind (met windkracht 4) vanuit het oosten komt, en naar het westen gaat.

Vaak wijst het pijltje naar de richting waar de wind naartoe gaat.


Slide 15 - Diapositive

Waar komt de wind vandaan?
A
uit het westen
B
uit het oosten
C
uit het noorden
D
uit het zuiden

Slide 16 - Quiz

Waar komt de wind in de rode cirkel vandaan?
A
uit het zuiden
B
uit het noorden
C
uit het westen
D
uit het oosten

Slide 17 - Quiz

Symmetrie
Als twee helften van een voorwerp elkaars spiegelbeeld zijn, dan is het 
voorwerp symmetrisch

Lijnsymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit aan beide kanten van de symmetrieas.
Stel je voor dat je een spiegel plaatst op de symmetrieas van dit figuur. De ene helft gecombineerd met het spiegelbeeld ziet er bij een lijnsymmetrisch figuur uit als het origineel.

Draaisymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit wanneer deze (minder dan een heel rondje) gedraaid wordt. Er is hier geen symmetrieas, maar er wordt gespiegeld in een punt. Stel je voor dat je een punaise in het figuur plaatst en het dan ronddraait.

Puntsymmetrie: een figuur ziet er precies hetzelfde uit als deze een half rondje gedraaid wordt. De ene kant van het plaatje is eigenlijk het omgekeerde van de andere kant.
Een figuur dat puntsymmetrisch is, is altijd ook draaisymmetrisch.

Slide 18 - Diapositive

Vormen van symmetrie 
  • lijnsymmetrie (spiegelen)
  • Draaisymmetrie
  •  Puntsymmetrie

Slide 19 - Diapositive

Lijnsymmetrie
Een figuur ziet er precies hetzelfde uit aan beide kanten van de symmetrieas.


Slide 20 - Diapositive

Draaisymmetrie
een figuur ziet er precies hetzelfde uit wanneer deze (minder dan een heel rondje) gedraaid wordt. Er is hier geen symmetrieas, maar er wordt gespiegeld in een punt. Stel je voor dat je een punaise in het figuur plaatst en het dan ronddraait.




Slide 21 - Diapositive

Puntsymmetrie
een figuur ziet er precies hetzelfde uit als deze een half rondje gedraaid wordt. De ene kant van het plaatje is eigenlijk het omgekeerde van de andere kant.
Een figuur dat puntsymmetrisch is, is altijd ook draaisymmetrisch.


Slide 22 - Diapositive

Oefenen
Ga naar Rekenblokken online 
 N4 domeinen - 4. 2D 3D - 1. meetkundige begrippen

Maak opdracht 1 t/m 7

Slide 23 - Diapositive