2D en 3D les 1 - meetkundige begrippen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Hoofdstuk 4 - 2D en 3D 

2D 3D

Onderwerpen:

• Meetkundige begrippen
• Omtrek
• Oppervlakte
• Inhoud
• Omtrek, oppervlakte en inhoud
• Werktekeningen: van 2D naar 3D
• Routebeschrijvingen en kaarten
  
  

4.1 Meetkundige begrippen

• Je kent meetkundige begrippen en kunt deze gebruiken.
• Je kent windrichtingen en kunt deze gebruiken.
• Je kent de namen van gangbare vlakke en ruimtelijke figuren.

Hoeken

 ⊥

Parallel/evenwijdige lijnen

 // 

Een hoek heet haaks als de hoek recht is. 

Als 2 lijnen een rechte hoek met elkaar maken zeggen we dat de lijnen loodrecht op elkaar staan.

   Windrichtingen

Een windroos geeft de windrichtingen aan: noord, oost, zuid en west. 

Een windroos vind je ook op een kompas. De rode naald van een kompas wijst altijd naar het noorden. 

Bij weerkaarten wordt de windrichting ook wel weergegeven met een pijltje. De bovenkant is het noorden. Het pijltje wijst aan waar de wind naartoe gaat.

Waar komt de wind vandaan?

1. uit het westen
2. uit het oosten
3. uit het noorden
4. uit het zuiden

Waar komt de wind in de rode cirkel vandaan?

1. uit het zuiden
2. uit het noorden
3. uit het westen
4. uit het oosten

Vlakke figuren

Een tweedimensionaal (2D) figuur is vlak en heeft 2 dimensies: lengte en breedte.

Ruimtelijke figuren

Een driedimensionaal (3D) figuur is ruimtelijk en heeft 3 dimensies: lengte, breedte en hoogte of diepte.

3D-figuren zijn vaak opgebouwd uit 2D-figuren.

   Oefenen

Ga naar Rekenblokken. 

N3 domeinen - H4 2D 3D 

Maak de opdrachten van §4.1 Meetkundige begrippen.