Nederlands les 4.1

Nederlands les 4.1
Hoofdletters
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands les 4.1
Hoofdletters

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Bekijken studieplanner periode 4 
  • terugkoppeling periode 3 
  • Hoofdletters (theorie)
  • aan de slag 
  • afronden les 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

warming up
  • terugkoppeling periode 3
  • resultaten laatste toets en meest gemaakte fouten:
       aan elkaar schrijven van woorden.
Vraag: je krijgt 5 zinnen: Verbeter de fouten en typ de correcte zin in het invulveld.
Typ woorden aan elkaar als dat moet en plaats zo nodig een koppelteken.



Slide 4 - Diapositive

het doel is: maak zo min mogelijk fouten
hoeveel fouten denk je dat gaat maken?
0-2
2-5
5-10
meer dan 10

Slide 5 - Sondage

Ga naar opdrachten in teams
open de opdracht:
warming-up spelling grammatica 4 eerstejaars les 4.1

Verbeter de fouten en typ de correcte zin in het invulveld.
Typ woorden aan elkaar als dat moet en plaats zo nodig een koppelteken.
klik aan het einde op verzenden en tel je fouten.



 

timer
8:00

Slide 6 - Diapositive

heb je je doel bereikt?
hoeveel fouten heb je gemaakt?
0-2
2-5
5-10
>10

Slide 7 - Sondage

Les 4.1 Hoofdletters  


Ik kan/ weet: 
Hoofdletters juist te gebruiken. 


Doel van deze les: 

Slide 8 - Diapositive

Welke fouten zijn er gemaakt met de  hoofdletters? 

Anna komt uit het Noorden van het land en is jarig in April. 
Anna komt uit het noorden van het land en is jarig in april. 

Slide 9 - Diapositive

Wanneer gebruik je hoofdletters? 
1. Aan het begin van een zin: 
Sinds kort loop ik stage. 
Maar: 
's Middags ga ik lekker fietsen.

2. Bij namen: 
Stef Jansen, Friesland, Leeuwarden, Nike, Albert Heijn



Slide 10 - Diapositive

Let op!
Tussenvoegsels zoals de, van of van de schrijf je zonder hoofdletter als iemands voorletter of voornaam erbij staat.

Emma van Dijk                   Ruud van den Berg
E. van Dijk                      R. van den Berg

Zodra de voorletter of voornaam ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter.

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld 
Dit is meneer Van den Berg.

      Voorletter of voornaam ontbreekt,
dus eerste tussenvoegsel met hoofdletter!

Dit is meneer R. van den Berg.
Voorletter aanwezig dus tussenvoegsel met kleine letter!

Slide 12 - Diapositive

Welke schrijfwijze is juist?
A
Jan Van der Molen
B
Jan Van Der Molen
C
Jan van der Molen
D
Jan van der molen

Slide 13 - Quiz

Je gebruikt geen hoofdletter:
A
aan het begin van een zin
B
bij aardrijkskundige namen
C
bij achternamen
D
bij maanden

Slide 14 - Quiz

Dit is mevrouw Van den Bos
A
De hoofdletters zijn juist gebruikt
B
De hoofdletters zijn niet juist gebruikt.

Slide 15 - Quiz

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan
B
'S avonds ga ik naar Johan
C
's avonds ga ik naar Johan
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 16 - Quiz

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer van veen
B
morgen krijg ik les van Meneer van Veen
C
Morgen krijg ik les van meneer Van Veen
D
Morgen krijg ik les van meneer van Veen

Slide 17 - Quiz

Organisaties, merken en producten
  • Philips
  • Ford
Afwijkende schrijfwijze --> niet aanpassen. 
  • PvdA
  • iPhone

Slide 18 - Diapositive

3. Aardrijkskundige namen
  • Landen --> Nederland
  • Talen  --> Nederlands,  Fries
  • Steden --> Utrecht
  • Rivieren --> de Rijn
  • Straten --> Bosweg
  • Noord-Brabant  ( maar windstreken met kleine letter: noorden)
3. Bij woorden afgeleid van aardrijkskundige namen:
- Franse kaas, Friese jongens, Noord-Brabantse etc. 

Slide 19 - Diapositive

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Het hoofdkantoor van philips staat in amsterdam.
B
Het hoofdkantoor van philips staat in Amsterdam.
C
het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.
D
Het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam

Slide 20 - Quiz

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het zuiden van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 21 - Quiz

Historische gebeurtenissen en feestdagen
Kerstmis  --> kerstdagen
Moederdag --> moederdagcadeau
Eerste Wereldoorlog

Let op! GEEN hoofdletters bij: dagen, maanden, seizoenen 


maandag   april  herfst  vrijdag  oktober  winter 


Slide 22 - Diapositive

Religie en cultuur
  • Geen hoofdletter
  • christendom, islam

Uitzondering --> Heilige begrippen
God
Koran


Slide 23 - Diapositive

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het christendom vereert men god.
B
In het Christendom vereert men God.
C
In het Christendom vereert men god.
D
In het christendom vereert men God.

Slide 24 - Quiz

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.
B
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
C
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
D
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.

Slide 25 - Quiz

Aan de slag....
Weekopgaven:
  • NuN opdrachten Gram 5.1 hoofdletters (alle opdrachten)
  • Dagopgaven Beter Spellen vanaf 5 april

Slide 26 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 27 - Question ouverte

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage