15nov-22-Chapitre 1 -P-Herkansing-Les vacances-p.c-3H

Mardi 15 novembre 2022
Bonjour!                         Ça va?

Presentielijst 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mardi 15 novembre 2022
Bonjour!                         Ça va?

Presentielijst 

Slide 1 - Diapositive

Bij ons in de les

- Jassen uit en petten af
- Telefoons in de telefoontas
- Je zit op je vaste plek
- Tafels uit elkaar 
- Spullen in je schooltas laten
- één pen op tafel
- spieken = 1 

Slide 2 - Diapositive

Le programme 
  1. PW herkansing 
  2. Terugblik op de vorige les.
  3. Bron H: het bezittelijk voornaamwoord
  4. Les afsluiten
  5. Les devoirs

Slide 3 - Diapositive


Aan het eind van de les ken je:

- het bezittelijk voornaamwoord in het F 

Slide 4 - Diapositive

Profwerk
1. Wat? leerstof chapitre 1

2. Hoe? individueel in stilt

3. Hoe lang? 45 min

4. Waar? werkblad

5. Heb je een vraag? Begin met wat je al weet. 

6. Wat als je eerder klaar bent? lever je werkblad in:
   Maak Grammaire H: ex. 30a,b en e (p. 46) + 31 (p. 47, 48).

Slide 5 - Diapositive


Aan de slag met PW.

Bonne chance!
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Terugblik op de vorige les
Je kunt:
  •  het weer beschrijven;
  • iets vertellen over wat je gedaan in het weekend

Slide 7 - Diapositive

Terugblik op de vorige les
Exercice: Schrijf op een plaatje de antwoorden individueel 
m.b.v. voc. en les phrases-clés (WB p. 50-51-52).
1. Nous sommes quel jour aujourd'hui ?
2. Quel temps fait-il ajourd'hui ?
3. Tu as passé un bon week-end? 
4. Tu fais du vélo?
5. Tu as fais les magasins?

timer
3:00

Slide 8 - Diapositive

Grammaire H: het bezittelijk voornaamwoord
Na deze uitleg ken je de vormen van het bezittelijk voornaamwoorden. 

Slide 9 - Diapositive

Beantwoord de volgende vragen. 
1. Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
2.  Twee voorbeelden in het NL.
3. Drie voorbeelden F. 
4. Maak ex. 30 a en lees 30 b (p. 46).
Hoe? 
- Schrijf voor jezelf de antwoorden op. (3 min).
- Vergelijk je antwoorden met je klasgenoot (1 min).
- klassikaal bespreken.

timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten bespreken klas 
- Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie  iets is

Mon père = mijn vader.

Ma mère =  mijn moeder

timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

4

Slide 12 - Vidéo

Bezittelijk voornaamwoord in het Frans
Mijn                

Slide 13 - Diapositive


De vorm van het bezittelijk voornaamwoord  hangt in het Frans 
af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Dus: kijk naar het bezit! (niet naar de bezitter)
Mijn vader = mon père

Slide 14 - Diapositive

Grammaire H 
ex. 30 b + e (p. 46 -47)
ex. 31 (p.47 - 48).

Hoe, hoe lang? individueel 10 min
Hulpmiddelen: bron H + vocabulaire (p. 50- 51 - 53).
Klaar? vergelijk je antwoorden met die van je Klasgenoot 5 min.
Eerder klaar? ex. 33 (p. 48) m.b.v. phrases - clés (p. 52).
Iedereen klaar? opdrachten bespreken klas 5 min

timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Vertaal : haar broer, zijn zus
A
sa frère, son soeur
B
son frère, sa soeur
C
sa soeur, sa frère
D
son soeur, son frère

Slide 16 - Quiz

Jullie ouders, hun zussen
A
Votre parents, leurs soeurs
B
Vos parents, leur soeurs
C
Votre parents, leur soeur
D
Vos parents, leurs soeurs

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Geef voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden in het Frans.

Slide 19 - Carte mentale

Les devoirs
Praktische opdracht in Teams posten (collage) telt 15x mee!
Toetsweek:
Apprendre: voc. A, B, E et F met slim stampen.
apprendre les phrases - clés chapitre 1 m.b.v. slimstampen. 




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo