Identiteit

Identiteit
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Identiteit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

JOUW IDENTITEIT...
Uiterlijk
Gedrag
Interesse/ doelen
Tekst

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke identiteit
Op je identiteitskaart staan onder andere je naam, je geboortedatum, je geboorteplaats en je geslacht. 
Je afkomst (Nederlands, Surinaams, Marokkaans, Turks, Frans)
Je uiterlijk (rood haar, donkere huidskleur)
Je beroep (docent, kapper, chauffeur, verzorgende-IG, verpleegkundige)
Je interesses en hobby's (lezen, shoppen, gamen, sporten)
Je karakter (opvliegend, rustig, verlegen, vrolijk)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedraag jij je in elke situatie met elke groep/persoon hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Dit heeft te maken met de verschillende onderdelen van je identiteit
Sociale identiteit
Je maakt deel uit van allerlei verschillende groepen, zoals je familie, je collega's, de buurt waar je woont en/of de sportvereniging. 
Je hebt in elk van deze groepen een andere rol. Deze rol laat zien wat je relatie tot anderen in de groep is. 
Binnen een groep kun je meerdere rollen hebben. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepsidentiteit
Dit doe je door als groep bepaalde gedragsregels te ontwikkelen. 
Als groep hoor je bij elkaar, maar je verschilt van andere groepen door de regels die gelden in jouw groep. 
Door je aan die regels te houden, laat je zien wie je bent, en waar je bij hoort.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Groepsidentiteit

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2: identiteit
Deze opdracht is onderdeel van je portfolio.
1. Beschrijf je persoonlijke identiteit 
2. Beschrijf je sociale identiteit. Van welke groepen ben jij onderdeel en geef aan welke rol(len) je hierin hebt
3. Beschrijf je groepsidentiteit. Van welke groepen ben jij een onderdeel en wat zijn de belangrijkste regels binnen de groep?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3: moodboard identiteit
Maak een moodboard van jouw eigen identiteit
Hierin verwerk je de punten uit de vorige opdracht (persoonlijke, sociale en groepsidentiteit)
Hiervoor kun je het best een 'Padlet' aanmaken (www.padlet.com). 
Bewaar de link (balk bovenaan) voor je portfolio


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4: stamboom
Maak een stamboom van je familie; 
-ouders, stiefouders
-broers/zussen, stiefbroers/zussen
-opa 's  en oma's
-ooms en tantes
-neefjes en nichtjes
Vertel over je familie aan de hand van de stamboom (in 2-tal)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3: stamboom
Maak een stamboom van je eigen familie:



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Over grenzen
Taal, religie, gewoontes en gebruiken, culturele verschillen, kunnen ook grenzen opwerpen.
Soms figuurlijk, als mensen elkaar vanwege taal of opvattingen niet begrijpen, vreemden voor elkaar zijn.
Uitsluiten - tenietdoen - overschrijden
Met grenzen kun je mensen uitsluiten:
Grenzen kun je ook tenietdoen. Eigen groepsgrenzen kun je overschrijden door anderen niet uit te sluiten, maar juist op te nemen.


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht; wat zijn jouw grenzen
Kijk goed naar IK en WIJ en bedenk daarbij wie ZIJ dan zijn.

-Zie je natuurlijke of kunstmatige grenzen tussen “wij” en “zij”?
-Verschillen “wij” en “zij” van elkaar door etniciteit?
-Hebben “zij” een andere nationaliteit dan “wij”?
-Zijn er culturele verschillen, in taal, godsdienst, gewoontes of gebruiken, tussen “wij” en “zij”?
-Zijn er binnen jouw groep ook anderen, mensen die anders zijn, en die toch worden geaccepteerd? Die als het ware zijn ingesloten?
Noem een voorbeeld.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

-Zijn er anderen, mensen die anders zijn, die er bij jouw groep niet inkomen? Die worden buitengesloten?
-Voor wie de grens dicht zit? Of voor wie gewoon geen ruimte is?
Noem een voorbeeld.
-Is er binnen de wijk of buurt waar je woont een Wij en een Zij te vinden?
Denk aan ouderen-jongeren, oorspronkelijke bewoners-nieuwkomers, enz. Wat vormt de grens tussen hen? Wat voor soort grens is het?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions