Vraagstukken in Nederland par 1 tm 6

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Mulderij? Wie is dat?

- Docent aardrijkskunde en M&M

- Gehandicapt

- Gezelligheid! 

- Reizen

- Wielrennen 

Waar is dit?

Wie zijn jullie?

Wat ik van jullie verwacht

Maak de opdrachten die ik opgeef

Lees de onderwerpen / hoofdstukken goed door!

Kom met plezier naar de les!

Stel vragen!

Luister naar elkaar 

Respecteer elkaar

Geef feedback over mijn lessen!

Respecteer de (Corona)regels

Lessonup

Ga naar de Lessonup app of de website www.lessonup.com en log in. 

Gebruik de code op het bord om je toe te voegen in de klas. 

Via deze app/website zal je mijn lessen altijd kunnen terug zien en af en toe wat vragen moeten maken. 

Teams

Ik heb een Team aangemaakt met de klas. Hier zal ik alles wat je van aardrijkskunde nodig kan hebben inzetten voor jullie. 

(denk aan: studiewijzers - toetsplanning - nakijkwerk - en soms opdrachten). 

Wat gaan we doen?

Instaptoetsje (formatief 15 min)

Herhaling: vraagstukken in Nederland (30 min). 

Opdracht (15 min)

Lesdoelen

- Je weet door welke natuurlijke processen de Nederlandse kust gevormd is en hoe deze door de mens in stand gehouden wordt. 

- Je weet van welke factoren de waterafvoer in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas afhangt. 

- Je weet hoe menselijke ingegrepen en klimaatverandering het overstromingsgevaar in Nederland vergroten. 

Instaptoets (voorkennis check)

Via Teams heb ik een link gestuurd naar een MS Forms toetsje, maak deze nu in ongeveer 15 minuten. 

Natuurlijke processen

- Kust wordt aangevuld met zand van de bodem van de Noordzee en zand dat door de rivieren wordt aangevoerd.

- De verplaatsing van dat zand: zeestroom van ZW naar NO.

- De zeestroom wordt gedeeltelijk bepaald door de getijdenstroming.

Natuurlijke processen

Tijdens eb en vloed wordt zand van de kust geërodeerd en iets verderop gesedimenteerd.

Dat zand komt van de plek die ‘brandingsrug’ wordt genoemd.

Branding ontstaat doordat het water wordt afgeremd bij de kust (ondieper) en de golven gaan overslaan; door dat overslaan wordt het zand losgewoeld.

Het zand komt op het strand en wordt door de wind richting duinen verplaatst.

Kusten met zand en duinen, waar de zeestroming vrij spel heeft en er voldoende zand is om de zeewering in stand te houden worden zachte kusten genoemd.

Drie soorten kusten

Waddenzee (hard)

Duinkust (zacht)

Estuarium (hard en zacht)

In stand houden van de kustlijn

Als duinen niet genoeg bescherming bieden: dijken of hulpdijken (bij badplaatsen).

Maar hoe hoog moeten die zijn? Dan krijg je een interessante besluitvorming:

Hoogte van springvloed (hoogste waterstand.)

Wind (sterkte en richting).

Het aantal inwoners achter de dijk: minder inwoners => lagere dijken.

De economische waarde van het gebied achter de dijk: hoe hoger de waarde hoe hoger de dijken.

Meerlaagsveiligheid

Maar.. hoe hoog?

In Zuid-Holland en Noord-Holland: kans dat 1 maal per 10.000 jaar de dijken het niet houden.

Zuidwest-Nederland en Noord-Nederland hebben dijken die theoretisch gezien 1 maal per 4000 jaar geen bescherming bieden.

Bolwerkvorming

Harde kusten beschermen de kust op korte termijn beter dan zachte kusten.

Gevolg: ze steken iets verder uit in zee dan de aangrenzende zachte kusten: bolwerkvorming.

Liever geen bolwerkvorming

De zee kan uiteindelijk het bolwerk helemaal van de rest van het land afscheiden. Daarom wordt er actie op ondernomen door modern kustbeheer: geen bebouwing meer toestaan bij de kust en dynamisch kustbeheer 

Par. 2 leerdoelen

- Je weet van welke factoren de waterafvoer in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas afhangt.

- Je kunt de lengte- en dwarsprofielen van de Rijn en de Maas beschrijven.

Maak de examentraining

Maak opdracht 1 van de examentraining. 

Wat gaan we doen?

Bespreken instaptoets en examentraining

Herhaling: vraagstukken in Nederland (30 min). 

Opdracht (15 min)

Lesdoelen

- Je weet door welke natuurlijke processen de Nederlandse kust gevormd is en hoe deze door de mens in stand gehouden wordt. 

- Je weet van welke factoren de waterafvoer in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas afhangt. 

- Je weet hoe menselijke ingegrepen en klimaatverandering het overstromingsgevaar in Nederland vergroten. 

Waterproblemen

Andere inrichting - overstromingsgevaar: 
Kanalisatie, kribben, dijken en stuwen. 

Betere bevaarbaarheid, maar minder ruimte voor het water!

Klimaatverandering

Wat is er in Nederland anders door klimaatverandering?

Zeespiegelstijging

Risicogebieden

Overige problematiek

- Verzilting langs de kust in laag gelegen gebieden. 

- Verdroging in hoger gelegen gebieden. 

- Verstening zorgt voor wateroverlast. 

- Industrie, landbouw en huishoudens vervuilen het water. 

Drietrapsstrategie

Meerlaagsveiligheid

Nationaal beleid

Dynamisch handhaven + ruimte voor de rivier. 

Dynamisch handhaven

Suppletie

Slufter

Ruimte voor de rivier

Itteren (1995)

Rijnconferentie

In 1998 werd het hoogwater plan goedgekeurd door: NL, BE, LUX, DUI, FRA, ZW

Welk doel? 
- Meer overstromingsrisicobewustzijn
- Betere voorspellingen

- Afname risico
- Afname hoogwater met 70cm

Primaire waterkeringen

Tot 1995 vooral ophogen van dijken. 

Na 1995 focus op meerdere ingrepen --> integraal waterbeleid; dit is een samenhangend pakket waarbij de focus op alle facetten van water ligt. 

Watertoets

Wanneer er ergens iets aangepast gaat worden zal er altijd eerst met de waterbeheerder gesproken moeten worden of het past binnen de deltawet. 

Overige oplossingen

- Droogte af laten nemen door in nattere tijden meer water te bergen om vervolgens tijdens de droge tijd te gebruiken. 

- Vervuiling oplossen dmv internationale afspraken, zoals afspraken over kunstmest en roundup. 

- Steden meer waterbestendig maken door meer groen en het verwijderen van verstening.

- Verzilting aanpakken door het gebruik van zoutminnende gewassen hiermee kan energie opgewekt worden en het brak water ontzilt worden. 

Examentraining

Maak de examentraining!