Quiz groep 6

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bekijk het vorige plaatje goed. In welke tijd zitten we?
A
Tijd van dieren
B
Tijd van wereldoorlogen
C
Tijd van ontdekkers en hervormers
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 2 - Quiz

Wat weet je nog over de tijd van ontdekkers en hervormers? Je mag meerdere antwoorden opschrijven.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 4 - Question ouverte

Waarom gingen mensen op ontdekkingsreis?
A
Omdat ze een nieuwe route zochten over zee.
B
Omdat dat gevaarlijk was!
C
Omdat ze graag de Heilige Graal wilden vinden.
D
Omdat de juffen en meesters dat zeiden.

Slide 5 - Quiz

Waarom noemde Columbus de mensen in Amerika indianen?
A
De mensen droegen pijl en boog.
B
Hij dacht dat hij in India was aangekomen.
C
De mensen waren boos op hem.
D
Dat wilde de koning van Spanje.

Slide 6 - Quiz

Vasco de Gama was een ontdekkingsreiziger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Columbus voer voor de Nederlandse koning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Een lekker kopje thee. De blaadjes voor thee groeien aan een struik. Waar vind je theestruiken?
A
Gewoon in Nederland
B
Ver weg, in warme landen.

Slide 11 - Quiz

Zijde
Specerijen

Slide 12 - Diapositive

Zijn er in onze tijd ook nog ontdekkingsreizigers?
Wat denk jij?

Slide 13 - Diapositive


Wat is een trekvogel?
A
Een trekvogel is een vogel die wegtrekt uit het gebied waar die broedt om op een hele verre afstand daarvan te overwinteren.
B
Een trekvogel is een vogel die wormen uit de grond trekt.
C
Een trekvogel zit altijd op een trekker.
D
Een trekvogel is een vogel die altijd op dezelfde plek blijft.

Slide 14 - Quiz


Waarom trekken trekvogels heen en weer?
A
Om meer eten te vinden.
B
Vanwege de winter- en zomertijd.
C
Om hun familie te bezoeken.
D
Voor hun winterslaap.

Slide 15 - Quiz


Wat zijn bedreigde diersoorten?
A
Dieren door in Afrika leven
B
Dieren die in het Tropisch Regenwoud leven
C
Diersoorten waarvan het aantal steeds minder wordt
D
Diersoorten waarvan het aantal steeds meer wordt.

Slide 16 - Quiz

Wat past het best bij kieuwen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz


Waar is zout water te vinden?
A
In een rivier
B
In een kanaal
C
In een meer
D
In zee

Slide 18 - Quiz

Een snoek is een zoetwatervis. Wat weet je over het water waarin de snoek leeft?
A
In dat water zit weinig zout.
B
In dat water zit veel suiker.
C
In dat water is veel slib opgelost.
D
Dat water kan niet bevriezen.

Slide 19 - Quiz

Wat is de zeespiegel?
A
Een spiegel waar je de zee in ziet.
B
De dijken die ons tegen de zee beschermen.
C
De gemiddelde hoogte van de zee.
D
De zeespiegel is een polder.

Slide 20 - Quiz

Wat is neerslag?
A
Hagel, regen en sneeuw
B
Wind, storm en hagel
C
Wind, neerslag en temperatuur
D
Wind neerslag en mist

Slide 21 - Quiz

Wat is de Randstad?
A
Een gebied in West-Nederland met veel steden
B
Een groot natuurgebied
C
Een vliegveld
D
Amsterdam

Slide 22 - Quiz

Bij geluidsoverlast heb je last van veel herrie. Noem een voorbeeld van geluidsoverlast.

Slide 23 - Question ouverte

Hier vind je grachten...
A
in Amsterdam.
B
in Odoorn.
C
in Emmen.
D
in Ter Apel.

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je het aantal inwoners per vierkante kilometer?
A
bevolkingsspreiding
B
bevolkingsdichtheid
C
migratie
D
stedelijk gebied

Slide 25 - Quiz

Hoeveel provincies heb je in Nederland?

Slide 26 - Question ouverte

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 27 - Quiz

Wat is een hunebed?
A
Een stapel stenen die van een berg is afgerold
B
Een grafmonument
C
Een kunstwerk
D
Een huis waar mensen in woonden

Slide 28 - Quiz

Deze quiz vond ik.....

Slide 29 - Question ouverte