wasmiddelen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Binnen=Beginnen

Jas uit, kauwgom in de prullenbak en map op tafel 

Opdracht 
Lees bladzijde 250 &251 in het boek mens en omgeving 

Markeer de belangrijkste tekst en onderstreep de moeilijke woorden 

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen 
Theorie 
Opdracht 

Lesdoelen 

- Je kunt producten voor de was behandeling kiezen, doseren en gebruiken

Trefwoorden(belangrijke woorden): waterhardheid, wasactieve stof, waterontharders, enzymen, wasmiddelen

Theorie 

In wasmiddelen zitten verschillende soorten stoffen die ervoor zorgen dat je was schoon wordt. Elke stof heeft zijn eigen functie tijdens het was proces.

oppervlakte actieve stoffen: vuil verwijderen 

waterontharders: geen kalk, maakt was niet grauw 

zuurstofbleekmiddelen: Vlekken niet meer te zien 
enzymen: Bloedvlekken weg 
optische witmiddelen: Maakt witter 
geurstoffen: Lekker ruiken 

Opdracht 

Lees de theorie 
Bijlage 1 in je map invullen
Maak daarna een collage, gebruik oranje tekst boven aan de opdracht. 
Kledingstukken--> Welk wasmiddel 
Vraag je schoudermaatje of docent om hulp 
Aan het einde van de les heb je de opdracht klaar 
Klaar? Zet je naam op het bord om af te tekenen 
Daarna opdrachten afmaken zodat je kunt aftekenen 

Vragen 

Beantwoord de vragen met de kaartjes 

Wat betekent dit symbool

1. Strijken op hoog tempratuur.
2. Je mag niet strijken.
3. Strijken op laag tempratuur.

Waar staat de afkorting EHBO voor?

1. Enige hulp Bij ongevallen
2. Eerste help bij onrust
3. Eerste hulp bij ongelukken
4. Eerst hulp bieden, onmiddelijk

Je kan kleding niet kouder wassen dan op het etiket staan aangegeven?

1. Waar
2. Niet waar

Welk verbandmiddel is een snelverband?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar mee begin jij bij een rollenspel op de toets?

1. Je stelt jezelf voor en zegt wat je komt doen
2. Handen wassen en sierraden af
3. Je kijkt wat er aan de hand is
4. Je vraagt wat je kunt doen

(EHBO) rollenspel

1. Begroet iemand en zeg wie je bent en wat je komt doen 
2. Was je handen of doe handschoenen aan 
4. Stel iemand gerust en vertel dat je komt helpen 
5.Help de persoon 
6. Ruim de spullen op die je gebruikt hebt 
7. Sluit altijd netjes af, vraag of er nog vragen zijn of geef tips 
8. Nog een fijne dag dhr/mw. 

Volgende week 

Huiswerk 
Opdracht voorbereiden van de was 

In de les 
Praktijkopdrachten Strijken en EHBO