T1 H3: Teratogene factoren DEEL 2

Thema 1, hoofdstuk 3: 

Teratogene factoren DEEL 2




Mevr. C. De Bremaecker
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 1, hoofdstuk 3: 

Teratogene factoren DEEL 2




Mevr. C. De Bremaecker

Slide 1 - Diapositive

Welke ziekteverwekkers hebben een invloed op de zwangerschap?

Slide 2 - Question ouverte

2.1 Ziekteverwekkers

A. Listeria
B. Toxoplasmose
C. CMV
D. Rubella
E. COVID

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Listeriose wordt veroorzaakt door een ... .
A
schimmel
B
parasiet
C
bacterie
D
virus

Slide 5 - Quiz

Waar tref je de listeriabacterie aan?
A
rauwe voedingsmiddelen
B
gekookte voedingsmiddelen
C
in uitwerpselen van katten
D
in lichaamsvocht

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Toxoplasmose noemt men ook de
A
peuterziekte
B
kleuterziekte
C
ziekte van Lyme
D
kattenziekte

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Hoe kan je NIET besmet geraken met de parasiet die toxoplasmose veroorzaakt?
A
lichaamsvocht
B
vervuilde grond
C
in uitwerpselen van katten
D
vervuilde groenten/fruit

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Rubella wordt veroorzaakt door een ... .
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
vitamine

Slide 17 - Quiz

Virus aanwezig in snot, speeksel, urine en bloed.
Veroorzaakt rode huiduitslag.
Vaccinatie.
Bloedanalyse en vruchtwateronderzoek om ziekte aan te tonen.
Virus aanwezig in druppels uit de mond, keel en neus.
cytomegalovirus
rubella

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

miskraam of vroeggeboorte
neurologische- en oogafwijkingen
hart-, oog- en gehoorafwijkingen 
aantasting hersenen/ogen/gehoorzenuw
spoedkeizersnede
leven kindje opofferen voor leven moeder
listeria
COVID-19
CMV
rubella
toxoplasmose

Slide 20 - Question de remorquage

2.2 Giftige stoffen in de leefomgeving
A. Zware metalen
B. Hormonen en hormoonverstorende stoffen
C. Microplastics
D. Pesticiden

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat is GEEN zwaar metaal?
A
waterstof
B
lood
C
koper
D
kwik

Slide 25 - Quiz

Hoe kan je zware metalen binnenkrijgen?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Welk begrip hoort bij de onderstaande beschrijving?
Heel kleine, biologisch niet-afbreekbare deeltjes die ontstaan door de slijtage van kunststoffen en plastic afval.
A
microplastics
B
bioplastics
C
macroplastics
D
kiloplastics

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Welk begrip hoort bij onderstaande definitie?
Het gebruik van pesticiden zoveel mogelijk beperken door te kiezen voor gezonde gewassen en de bodem gezond te houden.
A
geolandbouw
B
biolandbouw
C
pesticibouw
D
anti-pesticide

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

2.3 Stress

Slide 34 - Diapositive

Hoe kan je stress tijdens een zwangerschap verlagen?
A
Veel energiedrank drinken.
B
Lange dagen werken.
C
Voldoende pauzes inbouwen.
D
Sushi eten.

Slide 35 - Quiz

Welk hormoon werkt stress verhogend?
A
testosteron
B
cortisol
C
melatonine
D
vitaminen

Slide 36 - Quiz

stress
pesticiden
microplastics
zware metalen
bloedarmoede, verminderde groei, zenuw- en hersenaandoeningen
gevolgen nog niet duidelijk
vroeggeboorte, laag geboortegewicht, lager IQ
ADHD, prikkelbaarheid

Slide 37 - Question de remorquage