Voortplanting

Factoren die de ontwikkeling van de embryo en foetus kunnen beïnvloeden 
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Factoren die de ontwikkeling van de embryo en foetus kunnen beïnvloeden 

Slide 1 - Diapositive


Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Leerdoelen
  1. Ik geef voorbeelden van gezondheidsgedrag dat de embryonale ontwikkeling positief of negatief kan beïnvloeden.
  2. Ik toon met voorbeelden aan dat schadelijke factoren in leefmilieu de embryonale ontwikkeling beïnvloeden.
  3. Ik geef voorbeelden van ziekteverwekkers die een negatieve invloed kunnen hebben op de embryonale ontwikkeling.

Slide 3 - Diapositive

Hoe noemen we nummer 2
A
placenta
B
vruchtwater
C
navelstreng
D
baarmoeder

Slide 4 - Quiz

De plaats van bevruchting:
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 6 - Quiz

Tom zegt: "de placenta bestaat uit weefsel van het embryo en weefsel van de moeder"

Klopt het wat Tom zegt?
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per zwangerschap

Slide 7 - Quiz

Het bloed van de moeder gaat via de placenta door het kind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Hoe komt een baby van afvalstoffen af
A
Via de mond
B
Via het vruchtwater
C
Via de baarmoeder
D
Via de placenta

Slide 9 - Quiz

wat is nummer 1
A
navelstreng
B
placenta
C
baarmoeder
D
embryo

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Listeriose wordt veroorzaakt door een ... .
A
schimmel
B
parasiet
C
bacterie
D
virus

Slide 15 - Quiz

Waar tref je de listeriabacterie aan?
A
rauwe voedingsmiddelen
B
gekookte voedingsmiddelen
C
in uitwerpselen van katten
D
in lichaamsvocht

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoe kan je NIET besmet geraken met de parasiet die toxoplasmose veroorzaakt?
A
lichaamsvocht
B
vervuilde grond
C
in uitwerpselen van katten
D
vervuilde groenten/fruit

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Rubella wordt veroorzaakt door een ... .
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
vitamine

Slide 25 - Quiz

Virus aanwezig in snot, speeksel, urine en bloed.
Veroorzaakt rode huiduitslag.
Vaccinatie.
Bloedanalyse en vruchtwateronderzoek om ziekte aan te tonen.
Virus aanwezig in druppels uit de mond, keel en neus.
cytomegalovirus
rubella

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Diapositive

miskraam of vroeggeboorte
neurologische- en oogafwijkingen
hart-, oog- en gehoorafwijkingen 
aantasting hersenen/ogen/gehoorzenuw
spoedkeizersnede
leven kindje opofferen voor leven moeder
listeria
COVID-19
CMV
rubella
toxoplasmose

Slide 28 - Question de remorquage

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Wat is GEEN zwaar metaal?
A
waterstof
B
lood
C
koper
D
kwik

Slide 32 - Quiz

Hoe kan je zware metalen binnenkrijgen?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Welk begrip hoort bij onderstaande definitie?
Het gebruik van pesticiden zoveel mogelijk beperken door te kiezen voor gezonde gewassen en de bodem gezond te houden.
A
geolandbouw
B
biolandbouw
C
pesticibouw
D
anti-pesticide

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Hoe kan je stress tijdens een zwangerschap verlagen?
A
Veel energiedrank drinken.
B
Lange dagen werken.
C
Voldoende pauzes inbouwen.
D
Sushi eten.

Slide 39 - Quiz

Welk hormoon werkt stress verhogend?
A
testosteron
B
cortisol
C
melatonine
D
vitaminen

Slide 40 - Quiz

stress
pesticiden
microplastics
zware metalen
bloedarmoede, verminderde groei, zenuw- en hersenaandoeningen
gevolgen nog niet duidelijk
vroeggeboorte, laag geboortegewicht, lager IQ
ADHD, prikkelbaarheid

Slide 41 - Question de remorquage

Leerdoelen
  1. Ik geef voorbeelden van gezondheidsgedrag dat de embryonale ontwikkeling positief of negatief kan beïnvloeden.
  2. Ik toon met voorbeelden aan dat schadelijke factoren in leefmilieu de embryonale ontwikkeling beïnvloeden.
  3. Ik geef voorbeelden van ziekteverwekkers die een negatieve invloed kunnen hebben op de embryonale ontwikkeling.

Slide 42 - Diapositive

Leerdoel 1: Ik geef voorbeelden van gezondheidsgedrag dat de embryonale ontwikkeling positief of negatief kan beïnvloeden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Sondage

Leerdoel 2: Ik toon met voorbeelden aan dat schadelijke factoren in leefmilieu de embryonale ontwikkeling beïnvloeden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage

Leerdoel 3: Ik geef voorbeelden van ziekteverwekkers die een negatieve invloed kunnen hebben op de embryonale ontwikkeling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Sondage