Past Continuous

Today's lesson will be about the Past Continuous.
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Today's lesson will be about the Past Continuous.

Slide 1 - Diapositive

Today's plan
- Uitleg Past Continuous
- Oefeningen Past Continuous
- Recap Present Perfect & Past Simple
- Oefening all tenses
- Time for homework
ANOTHER TENSE

Slide 2 - Diapositive

Goals 
At the end of this lesson
- ... you'll know how to make and when to use the Past Continuous
- ... you know the differences between the Present Perfect / Past Simple and Past Continuous and you know when to use which tense.

Slide 3 - Diapositive

The Past Continuous
was / were + hele werkwoord + -ing
How to create it? 
verleden tijd van to be
bv. to do,
      to look
bv. doing
       looking

Slide 4 - Diapositive

The Past Continuous
Wanneer gebruiken we deze vorm? 
- als iets in het verleden een tijdje duurde of aan de gang was:
This time last year I  was living in Hong Kong
- wanneer een actie nog bezig is, maar onderbroken wordt: 
We were watching TV, when the door bell rang

Slide 5 - Diapositive

The Past Continuous
Wanneer gebruiken we deze vorm? 
- als iets in het verleden een tijdje duurde of aan de gang was:
This time last year I  was living in Hong Kong
- wanneer een actie nog bezig is, maar onderbroken wordt: 
We were watching TV, when the door bell rang
Past Simple,
is de onderbreking

Slide 6 - Diapositive

bevestigend / ontkennend / vragend
+
-
?
I was doing ...
I wasn't doing ...
Was I doing?
We were playing
We weren't playing
Were we playing?

Slide 7 - Diapositive

Spellingsverandering bij het maken van de -ing-vorm
- Als het werkwoord eindigt op een -e, laat je die weg:
   to lose -- losing; to have -- having 
- Als het werkwoord eindigt op een medeklinker met één klinker ervoor, dan       verdubbel je de medeklinker:
   to hit -- hitting; to get -- getting
                    Dit geldt niet als het werkwoord eindigt op een -w of een -x:
                       to snow -- snowing
- Als het werkwoord eindigt op -ie, verandert dat in -y
   to tie -- tying; to lie -- lying

Slide 8 - Diapositive

Not completely clear? 

No worries, watch this short video
       or ask your questions in our 
                        document! 

Slide 9 - Diapositive


Fill in the correct form of TO DO

What ... you ... when the alarm went off last night?


A
were doing
B
was doing
C
are doing
D
am doing

Slide 10 - Quiz

Fill in the correct form of TO SLEEP

I ... ... when you got home late this morning.
A
was sleeping
B
were sleeping
C
was slept
D
were slept

Slide 11 - Quiz

Fill in the correct form of TO HAVE

He ... ... difficulty breathing, until the ambulance arrived.
A
was haveing
B
were haveing
C
was having
D
were having

Slide 12 - Quiz

How do you make the Past Continuous?
(gebruik / en + in je antwoord)

Slide 13 - Question ouverte

Fill in the correct form of TO LISTEN.

What did he say? I don't know I ... ... .
A
am not listening
B
aren't listening
C
wasn't listening
D
weren't listening

Slide 14 - Quiz

Fill in the correct form of TO WORK

When I ... ..., the lights went out.
A
was working
B
were working

Slide 15 - Quiz

Fill in the correct form of TO RUN

He ... ... 10 KM, when his mum called


A
was running
B
were running
C
was runing
D
were runing

Slide 16 - Quiz

Lovely! How did that go? 
Need more practice? Use this website:

Feel like you're okay? Move on to the next slide!

Slide 17 - Diapositive

Adding the Present Perfect and Past Simple
Present Perfect
Past Simple
Past Continuous
How to make it?
have / has + volt. deelwoord
+ -ed, tweede rijtje, did / didn't
was / were + hele ww + -ing
When to use it?
in het verleden begonnen, connectie met het heden / het resultaat is nog zichtbaar
verwijzing naar het verleden; feiten en gewoontes. 
iets was een tijdje aan de ging in het verleden, begint in het verleden, eindigt in het verleden.

Slide 18 - Diapositive

Adding the Present Perfect and Past Simple
Present Perfect
Past Simple
Past Continuous
How to make it?
have / has + volt. deelwoord
+ -ed, tweede rijtje, did / didn't
was / were + hele ww + -ing
When to use it?
in het verleden begonnen, connectie met het heden / het resultaat is nog zichtbaar
verwijzing naar het verleden; feiten en gewoontes. 
iets was een tijdje aan de ging in het verleden: begint in het verleden, eindigt in het verleden.

Slide 19 - Diapositive

Present Perfect  / Past Continuous
- De Present Perfect focust zich op het resultaat van de actie
- De Past Continuous focust zich op de actie zelf

Read more here :

Slide 20 - Diapositive

Past Simple / Past Continuous
- De Past Simple is de meest simpele vorm
- De Past Continuous wordt gebruikt om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje bezig was.

Read more here:

Slide 21 - Diapositive

Adding the Present Perfect and Past Simple (signaalwoorden)
Present Perfect
Past Simple
Past Continuous
Signaalwoorden
for, yet, never, ever, just, already, since
yesterday, last week, last evening, four days ago, in 2005
when, while, at the same time
alles dat duidelijk het verleden aanduidt.
deze signaalwoorden zijn lang niet altijd aanwezig.

Slide 22 - Diapositive

Present Perfect / Past Simple
- Bij de Past Simple wordt altijd aangegeven wanneer het gebeurd is en is de actie in het verleden afgerond.
- Bij de Present Perfect is er de actie begonnen in het verleden, maar is er nog een connectie met het heden.

Slide 23 - Diapositive

Present Perfect / Past Simple / Past Continuous?


I ... (enjoy) the sun last Sunday.
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous

Slide 24 - Quiz

Present Perfect / Past Simple / Past Continuous

I ... (not - play) for three weeks now.
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous

Slide 25 - Quiz

Present Perfect / Past Simple / Past Continuous

You ... (study) when she called.
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous

Slide 26 - Quiz

Present Perfect / Past Simple / Past Continuous

She ... (feel) pretty sick yesterday
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous

Slide 27 - Quiz

Present Perfect / Past Simple / Past Continuous

They ... (do) nothing so far.
A
Present Perfect
B
Past Simple
C
Past Continuous

Slide 28 - Quiz

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
I __________ (work) here since I graduated school.
have
has
was
were
worked
working

Slide 29 - Question de remorquage

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
We ______ (see) Alice in town a few days ago
have
has
was
were
seen
seeing
saw

Slide 30 - Question de remorquage

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
The sun _______ (shine) every day that summer.
have
has
was
were
shined
shining

Slide 31 - Question de remorquage

Make correct sentences
Sleep de juiste woorden naar de zin om een goede zin te maken (present perfect, past simple / continuous)
I ______________ (make) dinner, when Luke arrived
have
has
was
were
made
making

Slide 32 - Question de remorquage

Homework
Make exercises 8, 9 & 10 in your online book;

Afterwards write down questions you have about Unit 4 so you can ask these tomorrow or know what you still have to work on before the test. 

Slide 33 - Diapositive

DONE? Choose one of the options :) 
  1. Still a few questions about one of the tenses? Ask them in the document.
  2. Make extra exercises, links will be on the next slide
  3. Everything clear? Enjoy the lovely weather outside, go get tanned! 

Slide 34 - Diapositive

Enjoy the weather and we'll see you tomorrow!

Slide 36 - Diapositive