Herhaling Thema-doelen

Herhaling Thema-doelen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Thema-doelen

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Thema: vorige les
Net als een boek of een film, heeft ook een kort verhaal een thema. Wat is een thema?
  • Een thema is een soort niet tastbaar onderwerp van het verhaal.
  • -oorlog
  • -liefde
  • -vertrouwen

Slide 3 - Diapositive

Een voorbeeld van een thema is:
A
Thriller
B
Vriendschap
C
Familiebanden
D
De middelbare school

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Antwoorden Kern
Vraag 1 en 2: Wat is het thema en waar blijkt dit uit?
  • pesten

  • De kleine vogels doen de grote vogel na en lachen hem uit. Ook fluisteren en roddelen ze samen. Ze doen hem pijn om hem van de elektriciteitskabel af te laten vallen.

Slide 6 - Diapositive

Favoriete nummer
Wat is jouw favoriete nummer?
Waarom?
Wat is het thema denk je?
Waar leid je dit uit af?

Slide 7 - Diapositive

028
Deepfakes
Quiz over doelen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn.
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 10 - Quiz

Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en de beweging van de mond klopt niet.

Slide 11 - Quiz

Hoe kon je aan de video met Virgil van Dijk zien dat het niet echt was?

Slide 12 - Question ouverte

Waarom is het gek dat iemand zoals Virgil van Dijk reclame zou willen maken voor zo'n app?

Slide 13 - Question ouverte

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel 'instrueren'?
A
reclame
B
blog
C
sollicitatiebrief
D
recept

Slide 14 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel 'overtuigen'?
A
telefoonboek
B
advertentie
C
klachtenbrief
D
column

Slide 15 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel informeren?
A
Klachtenbrief
B
Nieuwsbericht
C
Advertentie
D
Leesboek

Slide 16 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel 'gevoelens oproepen'?
A
reclame
B
blog
C
sollicitatiebrief
D
gedicht

Slide 17 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel 'activeren'?
A
recept
B
advertentie
C
klachtenbrief
D
column

Slide 18 - Quiz

Welke tekstsoort heeft als hoofddoel 'overtuigen'?
A
Advertentie
B
Nieuwsbericht
C
Recensie
D
Leesboek

Slide 19 - Quiz

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 20 - Question de remorquage

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 21 - Question de remorquage

Wat betekent het volgende woord?
hype
A
iets wat tijdelijk sterk de aandacht trekt
B
Een afkorting van hyperventileren
C
Iets wat weinig voorstelt

Slide 22 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
de wildernis
A
Gebied in Azië
B
Een bos
C
Gebied waarin de mens nog niet heeft ingegrepen
D
Een wildgroei aan planten

Slide 23 - Quiz

In welke zin is 'geuren' en 'kleuren' juist gebruikt?
A
Hij liet in geuren en kleuren achterwege wat hij dacht.
B
Hij vertelde in geuren en kleuren wat hij had gedaan.
C
Hij rook geuren en kleuren toen hij de kamer binnenkwam.

Slide 24 - Quiz

Een .... is een artiest die in een theatervoorstelling grapjes maakt, teksten voordraagt en soms zingt.
A
cabaretier
B
caberetier

Slide 25 - Quiz

Hij vertelde heel....een verhaal.
A
enthausiast
B
enthousiast
C
entausiast
D
entousiast

Slide 26 - Quiz

Wat is een thema?
A
Een niet tastbaar onderwerp van het verhaal.
B
Het onderwerp van het verhaal.
C
De hoofdgedachte van het verhaal.
D
Het type verhaal (genre).

Slide 27 - Quiz

Een voorbeeld van een thema is:
A
Thriller
B
Vriendschap
C
Familiebanden
D
De middelbare school

Slide 28 - Quiz