HNE Duits M2 les 4 K1 em2a

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Guten Morgen

Herzlich Willkommen!

-ga lekker zitten op je eigen plek

-pak je spullen: laptop, boek, pen

-ga aan het werk met de oefening 

Wer bin ich?

und wer bist du.......?

regels

• kom op tijd
  
• ga rustig zitten
• steek je vinger op als je iets wilt zeggen
• gedraag je zo dat niemand last van je heeft
• geen drinken en eten in de klas
• doe je best in de les

Was machen wir heute?

• das Alfabet
  
• wir machen weiter mit Kapitel 1
• Bundesländer

Am Ende dieser Stunde...

• heb je het Duitse Alfabet geoefend;
• heb je geoefend met de persoonlijk voornaamwoorden en de sterke werkwoorden haben en sein in het Duits
• weet je meer over de Bundesländer

Logge ein in LessonUP

Grammatik S. 24

Welke Bundesländer zijn er?

Bundesländer

KREATIV zu zweit:

1 Bundesland zu zweit

Welche Bundesländer habt ihr? – zoek op welke je hebt.

Zoek op, benoem en teken (of zoek plaatjes): Hauptstadt, das größte Gebirge, der größte Fluss, Anzahl der Einwohner
 Mindestens 3 andere Sachen (Städte, Natur, Seen, Sehenswürdigkeiten)  

Volgende week woensdag vertel je iets (in NL) over jullie Bundesland aan de rest van de klas (in NL) – zusammen machen wir Deutschland!

Zorg dat je alles "in" het land tekent en gebruik kleur! Plaatjes kun je naar mij mailen zodat ik die maandag geprint heb.

Ihr verdient einen Bonus

+0,1 als je alles hebt gedaan wat je moet doen: 

- aantal inwoners, hoofdstad, grootste berg, grootste/belangrijkste rivier + nog 3 andere bijzondere dingen

+0,1 als je kleur gebruikt hebt: het visueel aantrekkelijk is en past in het Bundesland

+0,1 als je het goed kan presenteren

das deutsche Alphabet (S. 36)

A

Welche Buchstaben klingen anders als im Niederländischen

Übung 16, S. 21

bin - zwanzig - Niklas - bist

Nummer - Stuttgart - Udo - Ulrike

Schweiz - Österreich - dreizehn - sein

Deutsch - neun - Freundin - Neumann

Übung 16

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort

1

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort

2

Buchstabieren:
Typ hier de naam in die je hoort

3

Bedenk nu hoe je je eigen naam moet spellen. 

Übung 18, S. 25

Übung 18

Jetzt Zeit für Hausaufgaben

Mache Übung 8

Afsluiting

Wat heb je geleerd?