Hoofdstuk 2.1 Grote getallen VMBO BK 1

In deze paragraaf leer je:
  • de waarde van cijfers in een getal
  • grote getallen schrijven in woorden en cijfers
  • wat veelvouden en delers zijn
  • wat even en oneven is
  • werken met decimale getallen
  • Romeinse cijfers
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

In deze paragraaf leer je:
  • de waarde van cijfers in een getal
  • grote getallen schrijven in woorden en cijfers
  • wat veelvouden en delers zijn
  • wat even en oneven is
  • werken met decimale getallen
  • Romeinse cijfers

Slide 1 - Diapositive

Grote getallen
In krantenartikelen zie je vaak grote getallen met het
woord miljoen of miljard geschreven.

Voorbeeld:
Het getal 17, 1 miljoen schrijf je voluit.....
  • Stap 1: Eerst cijfers voor de komma. Miljoen heeft 6 nullen. Dus 17 000 000
  • Stap 2: Nu cijfers achter de komma. Er staat een 1 direct achter de komma. Verander daarom de eerste nul achter 17 in een 1.
  • Uitwerking : 17 100 000

Slide 2 - Diapositive

Grote getallen
We kunnen ook van cijfers naar woorden. 


Voorbeeld:
Nederland heeft een oppervlakte van 41 500 000 000 m2. Schrijft dit getal in cijfers en woorden. 
  • Stap 1: Verdeel het getal van achter naar voren in groepjes van 3 cijfers. Dus 41 500 000 000
  • Stap 2: De 41 is dus 41 miljard waard. Zie namelijk de 9 posities na 41. Miljard bestaat uit 9 positief ofwel 9 nullen. 
  • Stap 3: Het cijfer 5 achter de 41 komt achter de komma te staan.
  • Uitwerking : 41,5 miljard

Slide 3 - Diapositive

Schrijf met alleen cijfers.
Dertigduizend
A
30 000 000
B
30 000
C
300 000
D
3 000 000 000

Slide 4 - Quiz

Schrijf met alleen cijfers.
34 miljoen
A
34 000 000
B
34 000
C
34 000 000 000
D
340 000

Slide 5 - Quiz

Schrijf met alleen cijfers.
122 miljard
A
122 000 000
B
122 000 000 000
C
120 200 000 000
D
122 200 000

Slide 6 - Quiz

Schrijf met alleen cijfers.
1,9 miljard
A
1 900 000
B
19 000 000 000
C
19 000 000
D
1 900 000 000

Slide 7 - Quiz

Schrijf het getal 3 500 000 in woorden.
A
3,5 miljard
B
3,5 miljoen
C
3,5 duizend
D
350 duizend

Slide 8 - Quiz

Schrijf 22 500 000 000 met het woord miljard.
A
225 miljard
B
22,5 miljard
C
2,25 miljard
D
0,225 miljard

Slide 9 - Quiz

Schrijf 21,9 miljoen met alleen cijfers.
A
21 900 000
B
219 000 000
C
21 900 000 000
D
219 000 000

Slide 10 - Quiz

Schrijf 487 920 000 000 met het woord miljard.
A
48,792 miljard
B
4,8792 miljard
C
4879,2 miljard
D
487,92 miljard

Slide 11 - Quiz

Kunnen 24 pennen eerlijk verdeeld worden over 2 leerlingen
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Kunnen 24 pennen eerlijk verdeeld worden over 3 leerlingen
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Kunnen 24 pennen eerlijk verdeeld worden over 5 leerlingen
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz