Les 4.3 Bacteriën en schimmels

Bacteriën en schimmels
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bacteriën en schimmels

Slide 1 - Diapositive

Wat kwam er als eerst op aarde?
A
Bacteriën
B
Zuurstof
C
Dieren
D
Eencellige planten

Slide 2 - Quiz

Stamboom slangen.
Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 3 - Quiz

Welk dier is het meest verwant aan (dus een nakomeling van) een T. rex?
A
Krokodil
B
Slang
C
Kip
D
Baardagaam

Slide 4 - Quiz


Welke rijken zijn er?
A
bacteriën, schimmels, mens, dier
B
mens, schimmels, planten, bacteriën
C
planten, bacteriën, schimmels, dier
D
planten, bacteriën, schimmels

Slide 5 - Quiz


Wat heeft een bacterie niet en een dier wel?
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.

  • Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.

  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur. 

  • Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Micro-organismen
bacteriën                schimmels

Slide 9 - Diapositive

Elektronenmicroscoop
15 000x

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken bacteriën



  • één cel
  • erg klein
  • zweepharen
  • geen celkern

Slide 11 - Diapositive

Bacterie met zweepharen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Voortplanting bacteriën


  • celdeling (elk halfuur delen)
  • 1-2-4-8-16-32-64-128-256, etc

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken
Schimmels

  • eencellig of meercellig
  • eencellig zijn gisten 
  • meercellige bestaan uit lange draden 

Slide 16 - Diapositive

Beschimmeld brood
Schimmeldraden

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Voortplanting schimmels


  • sporen = cel waar nieuwe schimmel uit komt
  • aan uiteinde schimmeldraad
  • of onder de paddenstoel
  • Knopvorming

Slide 19 - Diapositive

Gist
Gist is een eencellige schimmel.

Er groeit een knop aan de gistcel en hieruit groeit een nieuwe gistcel.

Slide 20 - Diapositive

Bacteriën en schimmels
Bacteriën en schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn.
Voeden zich met dode resten van organismen.


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Voedselbederf en conserveren
Voedselbederf: kan zorgen voor voedselvergiftiging.

Voedselbederf voorkomen:
Conserveren = het beschermen tegen voedselbederf

Slide 23 - Diapositive

Bederven
  • Conserveren

Slide 24 - Diapositive

Voedsel conserveren
Betekenis conserveren: Verduurzamen,  in goede conditie bewaren.
Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
Manieren om te conserveren:
  1. Invriezen
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Vacuüm verpakken
  5. Drogen
  6. Toevoegen van conserveermiddelen

Slide 25 - Diapositive

Voedsel conserveren. 
Conserveren (bewaren) op vijf manieren

Bescherming tegen onder andere Salmonellabacterie

Slide 26 - Diapositive

CONSERVEREN
Manier van conserveren
Wat is het?
Wat doet het?
1A   Koel bewaren
+/- 4 graden celcius 
Enzymen tijdelijk niet werkbaar
1B   Invriezen
- 18 graden celcius 
Enzymen langer niet werkbaar, nog langer houdbaar.  
2     Pasteuriseren
tot 72*c verhitten
Groot deel bacteriën/schimmels dood, maar niet allen. 
3     Steriliseren
130*c-140*c verhitten
Enzymen werken niet meer, smaak veranderd. Lang houdbaar.
4     Drogen
Al het water onttrekken
Schimmels/Bacteriën hebben water nodig om te leven. 
5A   Inblikken
Eerst verhitten dan luchtdicht verpakken.
Schimmels/Bacteriën hebben lucht nodig om te leven. 
5B   Vacuüm verpakken
Alle lucht uit verpakking zuigen
Schimmels/Bacteriën hebben lucht nodig om te leven. 
6A    Natuurlijk conserveermiddel
Suiker, Zout en Zuur
Schimmels/Bacteriën kunnen niet goed meer leven.
Suiker: haalt vocht weg uit schimmels/bacteriën. 
Zout:  haalt vocht uit alles.  
Zuurgraad: Enzymen niet werkbaar. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

bacteriële infectie
krentenbaard
schimmelinfectie zwemmerseczeem

Slide 29 - Diapositive

Antibiotica 
Maakt bacteriën dood

Penicilline is een antibiotica gemaakt door een penseelschimmel 

Slide 30 - Diapositive

yoghurt, zuurkool, yakult, geneesmiddelen, insuline
brood, wijn, bier schimmelkaas, 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Biotechnologie
Biotechnologie = verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt.

Klassieke biotechnologie
Moderne biotechnologie

Slide 33 - Diapositive

Klassieke biotechnologie:
het hele organisme wordt gebruikt
Moderne biotechnologie:
een deel, het DNA, van een organisme wordt gebruikt

genetische modificatie

Slide 34 - Diapositive

Nieuwe biotechnologie
Oude biotechnologie 

Slide 35 - Diapositive

Insuline productie
Insuline wordt tegenwoordig geproduceerd door bacteriën.

Hiervoor is een plasmide met een menselijk insuline gen geplaatst in een bacterie

Slide 36 - Diapositive


Wat is een eencellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 37 - Quiz


Hoe planten meercellige schimmels zich voort?
A
sporen
B
deling
C
bestuiving
D
zaden

Slide 38 - Quiz


Hoe worden bacteriën en schimmels ook wel genoemd?
A
reducenten
B
producenten
C
consumenten
D
families

Slide 39 - Quiz


Waar leven bacteriën en schimmels van?
A
van dode planten
B
van dode dieren
C
van resten van dieren
D
van resten van dode organismen

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo