U3 les 6

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Jeudi 18 janvier
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen;
- Jij kunt werkwoorden uit U3, Apprendre 2 begrijpen en vertallen;
- Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Objectif numéro 1
Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Tout le monde dit le verbe "danser" avec Madame Baichere.

Slide 3 - Diapositive

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
e
es
ons
ez
ent
e
e
e
ent

Slide 4 - Question de remorquage

Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen
Stap 1:Schrijf de pvnw op
Stap 2: -er eraf (= stam)
Stap 3: uitgang erbij
Vertaling
je, tu, il, elle etc.
donn
je donne
ik geef
tu donnes
jij geeft
il/elle/on donne
hij/zij geeft / wij geven
nous donnons
wij geven
vous donnez
u geeft / jullie geven
ils/elles donnent
zij geven

Slide 5 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden op -ER
Je
tu
il,elle,on
nous
vous
ils, elles
arrivez
préfère
adorons
mangent
déteste
aimes

Slide 6 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
Exercices (alle opdrachten) 8A: 5 et 6, 8B et 8C, pages 91 et 92. 
+ Maak zinnen (exercice 8D).

Al klaar? Vervoeg en vertaal de hele volgende werkwoorden: regarder, écouter, expliquer, chercher
(je... tu... il/elle/on... nous... vous... ils/ elles...)

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Exercice 8A, page 91
  • 8A, 1: Houd jij van jouw klas?
  • 8A, 2: Ik kijk naar mijn agenda
  • 8A, 3: je joue = ik spel
  • elle aime = ze houdt van
  • tu habites = jij woont
  • il prépare = hij maakt klaar
  • nous dansons = wij dansen

Slide 8 - Diapositive

Exercice 8A, page 91
  •  vous téléphonez = jullie bellen
  • ils regardent = zij kijken naar
  • on organise = men organiseert
  • elle parle = zij spreekt

Slide 9 - Diapositive

Exercice 8A, 4, page 91
  • je jou
  • elle aim
  • tu habites 
  • il prépar
  • nous dansons
  • vous téléphonez 
  • ils regardent 
  • on organise
  • elle parl

Slide 10 - Diapositive

Exercice 8A, 5 et 6, page 91
  • Jij hoort het niet
  • tu aimes 
  • nous terminons
  • ils détestent
  • je commence
  • il travaille
  • vous protestez

Slide 11 - Diapositive

Exercice 8A, 6, page 91
  • je regarde
  •  on présente
  • tu invites

Slide 12 - Diapositive

Exercice 8B, pages 91 et 92
  • 1/ Je regarde
  • 2/ On invite
  • 3/ Nous adorons 
  • 4/ Romain (il) prépare
  • 5/ Elles habitent
  • Tu travailles

Slide 13 - Diapositive

Exercice 8C, page 92
  • tu joues
  • vous écoutez
  • nous habitons
  • Est-ce que Maura et Charly mangent un hamburger ?
  • j'aime
  • on regarde 

Slide 14 - Diapositive

Maak een hele zin met het werkwoord "regarder". Gebruik "je".

Slide 15 - Question ouverte

Maak een hele zin met het werkwoord "parler". Gebruik "tu".

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf de hele vervoeging van het werkwoord "parler" in de tegenwoordige tijd (je... tu... il / elle / on... nous... vous... ils / elles...)

Slide 17 - Question ouverte

Maak een zin met de volgende woorden:
je / le livre / fermer. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Slide 18 - Question ouverte

Maak een zin met de volgende woorden:
tu / ton / chercher / cahier. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Slide 19 - Question ouverte

Maak een zin met de volgende woorden:
Selma / la / maths / les / biologie / aimer / et. Pas op: jij moet het werkwoord vervoegen.

Slide 20 - Question ouverte

Er zijn 2 fouten in deze zin. Wat zijn de fouten? "Mon prof expliquent bien le devoirs".

Slide 21 - Question ouverte

Objectif numéro 3
Jij oefent voor de luisteertoets: jij kunt de cijfers herkennen en schrijven

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 24 - Question ouverte