Spelling, stijl en idioom taak 7

Spelling, stijl en idioom taak 7
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Spelling, stijl en idioom taak 7

Slide 1 - Diapositive

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord / TAAK 7


(haten vt) Ik ... mijn baas, omdat hij onredelijk was.

Slide 2 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(doen vt) Carlos ... zijn uiterste best.

Slide 3 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(verrichten vt) Ik ... toe echt veel werk.

Slide 4 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(betalen vdw) Wij werden in die tijd slecht ... .

Slide 5 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(braden tt) Mijn vader ... het vlees voor morgen straks al.

Slide 6 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(houden tt) je je wel aan de afspraken?

Slide 7 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(worden tt) Onze straat ... breder gemaakt.

Slide 8 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(verbreden tt) In onze buurt zijn veel straten ... .

Slide 9 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(denken vt) Wat ... jullie ervan om even wat te gaan drinken?

Slide 10 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(verbranden tt) Wel vreemd dat hij zijn post na het lezen direct .... .

Slide 11 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(verspreiden vt) Toen wij op de camping aankwamen, .... wij ons over een groot veld.

Slide 12 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


boeien vdw) Die praatprogramma's hebben mij nooit zo .... .

Slide 13 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(lachen vt) Hij ... wel, maar hij was niet blij.

Slide 14 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(bezorgen vdw) Die man heeft ons heel wat ellende ... .

Slide 15 - Question ouverte

spelling
tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord


(bestellen tt) Die bakker wil graag dat je alles een dag van tevoren ... .

Slide 16 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


karwei

Slide 17 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


foto

Slide 18 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


woning

Slide 19 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


systeem

Slide 20 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


paraplu

Slide 21 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


menu

Slide 22 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


baby

Slide 23 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


snee

Slide 24 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)


ballon

Slide 25 - Question ouverte

Spelling
(verkleinwoorden)

cafe

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

dubbelop fouten (tautologie)
Wie de bon invult krijgt een gratis geschenk.
A
bon
B
gratis

Slide 31 - Quiz

dubbelop fout (tautologie)
Ook mede door het slechte weer was de opkomst laag.
A
mede
B
slechte

Slide 32 - Quiz

dubbelop fout (pleonasme)
je moet je standpunt onderbouwen met objectieve feiten.
A
standpunt
B
objectieve

Slide 33 - Quiz

dubbelop fout (pleonasme)
Ik loop niet graag in de natte regen.
A
graag
B
natte

Slide 34 - Quiz

Iemand doorzagen
Dat is mij een doorn in het oog.
Een koude douche
De druiven zijn zuur.
De druk is van de ketel.
Een druppel op de gloeiende plaat.
In dubio staan
Met z'n duimen draaien.
Geen duimbreed wijken.
Iemand de ogen uitsteken.
twijfelen
iemand jaloers maken
de grootste spanning is voorbij
een tegenvaller
iemand langdurig ondervragen
niets toegeven
verliezen is moeilijk
iets wat nauwelijks helpt
niks zitten te doen
dat stoort mij enorm

Slide 35 - Question de remorquage