Les 6: lidwoorden, bijvoeglijk naamwoorden + kleding

• Frans
• Basisschool
• Groep 8

Bonjour tout le monde !

Mercredi 05 avril

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de lidwoorden in het Frans;

- Jij kunt het bijvoeglijk naamwoord aanpassen;

- Jij kunt beschrijven wat voor kleren jij draagt;

- Jij kunt beschrijven wat voor kleren iemand draagt.

Tout le monde parle !

Voorkennis activeren

- de mannelijke en vrouwelijke vormen van de lidwoorden;

- de mannelijke en vrouwelijke vormen van de bijvoeglijk naamwoorden.

de lidwoorden (in het Frans)

(het/ de) fille

1. le
2. la
3. l'
4. les

(een) fille

1. un
2. une
3. le
4. la

de lidwoorden

"de" of "het" = le (m), la (v) of l'(m of  v)

"een" = un (m) of une (v)

de lidwoorden

Le (de/ het) garçon = un (een) garçon (mannelijk)

La  (de/ het) fille = une (een) fille (vrouwelijk)

De mannelijke en vrouwelijke vormen van de bijvoeglijk naamwoorden

Le petit garçon

Les petits garçons

La petite fille

Les petites filles

welke letter zal jij achter een vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord toevoegen?

welke letter zal jij achter een mannelijk meervoud bijvoeglijk naamwoord toevoegen?

welke letters zal jij achter een vrouwelijk meervoud bijvoeglijk naamwoord toevoegen?

Het bijvoeglijk naamwoord

Constantijn est grand.

Anne est grande.

Constantijn et Lucas sont grands.

Anne et Aoife sont grandes.

Le garçon est grand. La fille est...

1. grand
2. grande
3. grands
4. grandes

Un garçon est petit. Une fille est...

1. petit
2. petits
3. petite
4. petites

Un pantalon est vert. Une jupe est :

1. vert
2. verts
3. vertes
4. verte

Les vêtements

Elle porte une robe... rouge ? jaune ? violette ? verte ? 

Et toi, qu'est-ce que tu portes ?

Jeu !

Il / elle porte...?

Wat heb je vandaag geleerd?