wo 17 maart 2021

 Mittwoch, der zehnte März
Ziel: Je kan vragen stellen en antwoord geven

  1. DIA-toets inkijken
  2. K5/L1/Ü10 (mondeling III voorbereiding)
  3. Buch lesen( boek)


Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste! 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 16 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

 Mittwoch, der zehnte März
Ziel: Je kan vragen stellen en antwoord geven

  1. DIA-toets inkijken
  2. K5/L1/Ü10 (mondeling III voorbereiding)
  3. Buch lesen( boek)


Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste! 

Slide 1 - Diapositive

hierna alles wat hoort bij déze les 

Slide 2 - Diapositive

hierna komen de uitlegvideo's/ plaatjes van vorige lessen om terug te kijken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoe werken de trappen van vergelijking en geef een voorbeeld!

Slide 5 - Question ouverte

Welke wisselvoorzetsels zijn er?

Slide 6 - Question ouverte

Welke vragen moet je daarna stellen?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe bepaal je de naamval?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 2 

betrachten/ Anzug/ Abendkleid/ 
hören auf (aufhören is het hele werkwoord) /
 Schachtel/ hässlich/ Spielecke/ weinen

Slide 15 - Diapositive

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 3

gebrochen/ Kekse/ Küchen/riesig/ Geräusch/ Schwanz/ Kampf
wach/ fangen an (van het ww anfangen)/ stark/ tapfer/ 
Hausschuh/ Spielzeugkanone

Slide 16 - Diapositive

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 4
Rauch/ Zauberwald/ Wer bist du/ Fluch/ lächelt/
Schloss/ Schlitten/ Räume/ Es schneit/ Schlosstor/
Affen/ Bach/ freuen sich/ Aufführung

Slide 17 - Diapositive

woorden, die je moet vertalen in je groepje 
van Kapitel 5
Thronsaal/ Zuckerpflaumen-Fee/ aufmerksam/
Röcke/ Stück/ Kosaken/ Luft/ Pfefferminzstäbchen/
Blumenwalzer

blz 45/55: 
Erzgebirge/ Märchenfigur/ Räuchermännchen

Slide 18 - Diapositive

woorden, die je moet vertalen in je groepje/alleen
van Kapitel 6
zurück/müde/ wach auf/ Weihnachtsmorgen/ Traum/ kein/ Wohnzimmertür/ blickt (komt van het ww blicken)
echter Prinz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

welke vraag heb je over de planning van deze periode

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

jij reist in het Duits is:
A
du reisst
B
er reisst
C
er reist
D
du reist

Slide 30 - Quiz

hij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite

Slide 31 - Quiz

hij werkt in het Duits is:
A
du arbeitest
B
er arbeitt
C
er arbeitet
D
ich arbeite

Slide 32 - Quiz

zij werken in het Duits is:
A
sie arbeiten
B
Sie arbeiten
C
Sie arbeitet
D
sie erbeitet

Slide 33 - Quiz

jullie maken schoon in het Duits is:
A
ihr putzen
B
Ihr putsen
C
ihr putzt
D
ihr putst

Slide 34 - Quiz

jullie zijn top in het Duits is:
A
ihr seit super
B
Ihr seit toll
C
ihr seid blöd
D
ihr seid super

Slide 35 - Quiz

haben en sein zijn regelmatige werkwoorden
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quiz

haben en sein zijn belangrijk. Waarom?
A
ze komen vaak voor
B
ze zijn makkelijk
C
het zijn zwakke werkwoorden
D
het zijn hulpwerkwoorden

Slide 37 - Quiz

Op vijftien juli
A
am fünfzehnten Juli
B
in fünfzehnte Juli
C
am fünfzehnte Juli
D
in fünfzehnten Juli

Slide 38 - Quiz

op 1 mei
A
am eins Mai
B
in einen Mai
C
am einen Mai
D
am ersten Mai

Slide 39 - Quiz

welk onderwerp heb je nog vragen over?

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo

0

Slide 44 - Vidéo

Eisen voor de les
1. Handys gaat in de telefoontas. Anders moet je hem inleveren bij mij tot einde van de dag! 
2. Oortjes gaan uit en mogen alleen met mijn toestemming
3. Je hebt je laptop tijdens het lezen van een boek dicht! 
4. Je krijgt 1 waarschuwing. Bij de 2e moet je mijn lokaal verlaten
5. Als je eruit gestuurd wordt, moet je strafwerk een door mij te bepalen aantal keren opschrijven en naar NL vertalen: zie volgende sheet! 

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive