Les 9 oorzaak-gevolg

Geef een voorbeeld van
een signaalwoord
1 / 19
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Geef een voorbeeld van
een signaalwoord

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

welk signaalwoord hoort bij oorzaak-gevolg (2 antwoorden zijn goed)?
A
daardoor
B
maar
C
eerst
D
want

Slide 10 - Quiz

Ik heb geen trek, __________ ik heb net gegeten.
Welk signaalwoord past in deze zin?

Slide 11 - Question ouverte

__________ het buiten regende, is mijn broek nat geworden.
Welk signaalwoord past in deze zin?

Slide 12 - Question ouverte

Ik heb geen lunch meer, _________ ik heb al mijn eten al opgegeten.
Welk signaalwoord past in de zin?

Slide 13 - Question ouverte

Ik heb geen lunch meer, want ik heb mijn eten al opgegeten.
Is dit een oorzaak-gevolg of gevolg-oorzaak?

Slide 14 - Question ouverte

Bij de bakker was al het brood verkocht, ______ moest ik naar de supermarkt.
Welk signaalwoord past in de zin?

Slide 15 - Question ouverte

Bij de bakker was al het brood verkocht, daardoor moest ik naar de supermarkt.
Is dit een oorzaak-gevolg of gevolg-oorzaak?

Slide 16 - Question ouverte

Welke bewering is waar (2 antwoorden zijn goed)?
A
bij een oorzaak-gevolg wordt de gebeurtenis verteld en daarna het vervolg.
B
het vervolg kan ook eerst verteld worden, bij een oorzaak-gevolg tekstverband.
C
'maar' is een signaalwoord bij het tekstverband oorzaak-gevolg.
D
'dus' is een signaalwoord bij het tekstverband oorzaak-gevolg.

Slide 17 - Quiz

Is het lesdoel behaald?? 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive