5.2 De energie in je voedsel

5.2 Vrijmaken van energie
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.2 Vrijmaken van energie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Heb je de tekst van tevoren gelezen en snap je het?
A
Ja ik heb het gelezen en ik snap het
B
Ja ik heb het gelezen en ik snapte het een beetje
C
Ja ik heb het gelezen en ik snapte het niet
D
Nee ik heb het niet gelezen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Wat is ATP?
A
Een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
Een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
Een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Waar of niet waar?

ATP ► ADP + P + energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie.
Welke bewering is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder zuurstof
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met zuurstof
C

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

De eerste energie die een spier bij activiteit gaat gebruiken komt uit de fosfaataccu. Dit is
A
ADP en DNA
B
ATP en CP
C
ADP en CP
D
CP en DNA

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Waar in de cel vindt de anaerobe dissimilatie plaats?
A
Mitochondrien
B
Celkern
C
Ribosomen
D
Grondplasma

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

In welk organel wordt glucose met behulp van zuurstof verbrand?
In het......

Slide 16 - Question ouverte

Wat levert het meeste energie op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Als een spier gaat werken heeft hij energie nodig. De volgorde van de bronnen van energie zijn gedurende de eerste 80 seconden:
1
2
3
4
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
aanwezige ATP
CP

Slide 19 - Question de remorquage

timer
15:00
Maken opdracht 20 t/m 27

Slide 20 - Diapositive

Hoeveel ATP levert de anaerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 21 - Quiz

Hoeveel ATP levert de gehele aerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Een overschot aan glucose wordt in de lever- en spiercellen opgeslagen als:

Slide 26 - Question ouverte



Je kan uitleggen...
 ...hoe je cellen aan energie komen
...hoe energie vrij komt in je cellen
...wat er gebeurt bij een tekort aan energie
...wat aerobe dissimilatie is
...wat anaerobe dissimilatie is


Belangrijke begrippen:
- ATP
- ADP
- Aerobe dissimilatie
Anaerobe dissimilatie
- Verzuring
- Grondplasma
- Mitochondrium/Mitochondriën
- Creatine(fosfaat)

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 27 - Diapositive

ATP: oplaadbaar energiemolecuul
ATP (energierijk) -> ADP + P
ADP + P -> ATP 

Adenosine Triphosphate
Adenosine Diphosphate

Slide 28 - Diapositive

Anaerobe dissimilatie glucose in de mens
C6H12O62C3H6O3+2ATP
glucosemelkzuur+2ATP

Slide 29 - Diapositive

Anaerobe dissimilatie
Zonder zuurstof
2 ATP / glucosemolecuul

Ophoping melkzuur -> verzuring spieren

Door 'op adem komen' genoeg zuurstof om melkzuur om te zetten in pyrodruivenzuur

Slide 30 - Diapositive

Aerobe dissimilatie
Met zuurstof
38 ATP / glucosemolecuul

In grondplasma
Glucose (6C) + O2 -> 2x pyrodruivenzuur (3C) + 2 ATP
In mitochondriën:
2x pyrodruivenzuur -> 6 CO2 + 6 H2O + 36 ATP

Slide 31 - Diapositive

Dissimilatie
Anaerobe (zonder zuurstof) --> melkzuurgisting


Aerobe (met zuurstof)

Slide 32 - Diapositive

Energie uit je voedsel
Vetten& eiwitten -> Alleen aeroob

Vetten:
Glycerol en vetzuren (in grondplasma)
Glycerol -> pyrodruivenzuur (in grondplasma)
pyrodruivenzuur + vetzuren -> ATP (in mitochondrium)

Slide 33 - Diapositive

Energie uit je voedsel
Vetten& eiwitten -> Alleen aeroob

Eiwitten:
Geen opslag -> afbraak in lever 
Aminozuren -> NH2-groep er af (samen met CO2 ureum -> afvalproduct)
Restant aminozuur -> pyrodruivenzuur

Slide 34 - Diapositive

Energie uit je voedsel
Eerst energie: uit koolhydraten (glucose)
Daarna uit glycogeen (reserve)

Daarna vet en eiwitten -> langzamer, meer zuurstof nodig

Slide 35 - Diapositive

Afvalproducten
CO2, H2O -> restant verbranding
Ureum -> restant afbraak eiwitten (via urine uit lichaam)
Warmte -> resultaat verbranding

Slide 36 - Diapositive

Fosfaataccu
Bij tekort aan ATP:
Creatinefosfaat (CrP) staat een fosfaatgroep af aan ADP
Resultaat: ATP + Cr

Slide 37 - Diapositive

Heb je nog een vraag?

Slide 38 - Question ouverte