Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Op jullie verzoek:
Klassikaal oefenen voor het CE 2F
Slide 1 - Diapositive
timer
7:00
Slide 2 - Diapositive
Wat zou de schrijver je volgens alinea 2 en 3 graag willen vertellen?
A
Dat de werkgever je in een soll.gesprek beter wil leren kennen.
B
Dat het vanzelf goed komt, als je maar jezelf bent tijdens het soll.gesprek.
C
Dat je volstrekt eerlijk en open moet zijn bij een soll.gesprek.
Slide 3 - Quiz
Als de schrijver je dat zou graag wil vertellen, waarom doet hij dat dan niet in alinea 3?
A
Omdat het niet past bij het tekstdoel en onderwerp.
B
Omdat hij dan geen eerlijke voorstelling van zaken zou geven.
C
Omdat werkgevers je juist wel willen leren kennen in een soll.gesprek.
Slide 4 - Quiz
Waarom is een sollicitatiegesprek zo belangrijk (alinea 4)?
A
Omdat de uitkomst van het gesprek grote gevolgen heeft.
B
Omdat het gesprek een momentopname is.
C
Omdat mensen er hun brood mee verdienen.
Slide 5 - Quiz
In alinea 5 en 6 vind je argumenten om extra goed voor de dag te komen in een sollicitatiegesprek.
Wat zijn de argumenten?
A
Het wordt van je verwacht.
B
Je bent het meest op je gemak als je jezelf bent.
C
Er is veel concurrentie.
D
Anderen zullen het ook doen.
Slide 6 - Quiz
Op welke vraag geven alinea's 7 en 8 antwoord?
A
Hoe?
B
Wanneer?
C
Wie?
Slide 7 - Quiz
Met welke mening is de schrijver het volgens alinea 8 en 9 eens?
A
Als je het soll.gesprek goed voorbereid, kun je de zenuwen de baas blijven.
B
Een soll.gesprek heeft iets van een theater; je moet je rol instuderen.
C
Voor een baan hoef je niet echte een goede match met je werkgever te hebben.
Slide 8 - Quiz
Wat moet je zeggen bij een vraag over ervaring, als je die niet hebt omdat je net klaar bent met het MBO.
A
"Ik heb geen ervaring, maar zo moeilijk kan het niet zijn."
B
"Ik heb geen ervaring, maar wel de juiste eigenschappen die ervoor nodig zijn."
C
"' Ik heb wel ervaring, want ik help wel eens mijn oom."'
Slide 9 - Quiz
Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren
Slide 10 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Door veel concurrentie is solliciteren heel ingewikkeld geworden.
B
Het is voldoende om tijdens een soll.gesprek gewoon jezelf te zijn.
C
Je zult niet makkelijk een baan vinden, als je geen reclame maakt voor jezelf.
Slide 11 - Quiz
Lees de vragen bij dit fragment. Je krijgt het 2x te horen
Slide 12 - Diapositive
nunederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 13 - Lien
Hoe introduceert de presentator dit gesprek? Hij noemt het onderwerp en ...............
A
de mening van de meerderheid van het publiek.
B
de mening van iemand anders.
C
zijn eigen mening.
Slide 14 - Quiz
Wat is volgens Francis en Carmen het grootste probleem bij de kledingregels?
A
Het is oneerlijk, omdat het alleen voor meisjes geldt.
B
Het is onzinnig, want ze bepalen zelf wel wat fatsoenlijk is.
C
Het is onduidelijk wat precies de fatsoensnormen en maatstaven zijn.
Slide 15 - Quiz
Wieke vindt de regels raar. Waarom?
A
Als je geen volwassen figuur hebt, mag je geen aanstootgevende kleding dragen.
B
De regels gelden alleen voor leerlingen die lichamelijk volwassen zijn.
C
Leerlingen uit de zesde klas naar huis sturen is heel kinderachtig.
Slide 16 - Quiz
De presentator zegt: "Wat zou wat jullie betreft het argument moeten zijn om iemand wel of niet terug te sturen naar huis vanwege kleding? Wat is volgens Francis het argument?
Slide 17 - Question ouverte
Tamim en Nadia vertellen wat zij van de regels vinden. Wie zegt wat?
De leraar bepaalt of iets afleidend is of niet?
A
Tamim
B
Nadia
Slide 18 - Quiz
Tamim en Nadia vertellen wat zij van de regels vinden. Wie zegt wat?
Het is vreemd om leerlingen naar huis te sturen.
A
Tamim
B
Nadia
Slide 19 - Quiz
Tamim en Nadia vertellen wat zij van de regels vinden. Wie zegt wat?
Iedereen kan best zelf bepalen hoe hij zich kleedt.
A
Tamim
B
Nadia
Slide 20 - Quiz
Tamim en Nadia vertellen wat zij van de regels vinden. Wie zegt wat? Kleding is een manier om je persoonlijkheid uit te drukken.
A
Tamim
B
Nadia
Slide 21 - Quiz
Tamim en Nadia vertellen wat zij van de regels vinden. Wie zegt wat?