Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: H7.1 deel 2
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening
Pak je spullen, maar laat je boek nog even dicht.
Slide 2 - Diapositive
2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgend doel
- Je leert wat de provinciale staten zijn.
- Je leert over de tweede kamer.
Slide 3 - Diapositive
3. Mini-check
Slide 4 - Diapositive
Wat doen Kamerleden in de tweede kamer?
A
Het maken en controleren van wetten
B
Luisteren naar de koning
C
Met elkaar ruzie maken
Slide 5 - Quiz
De Tweede Kamer is onderdeel van...
A
Parlement
B
Kabinet
C
Regering
D
Ministers
Slide 6 - Quiz
In de Tweede Kamer zitten:
timer
0:10
A
150 kamerleden
B
125 kamerleden
C
100 kamerleden
D
75 kamerleden
Slide 7 - Quiz
Wie zitten er in de Tweede Kamer?
A
ambtenaren
B
overheid
C
volks-vertegenwoordigers
D
ministers
Slide 8 - Quiz
Eerste Kamer
Staten-Generaal
Tweede Kamer
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is een referendum?
Slide 10 - Question ouverte
Welke taken hebben de Provinciale Staten?
Slide 11 - Question ouverte
4. Instructie
Slide 12 - Diapositive
Provinciale staten
Per provincie is er een groep die vergadert over wat er moet gebeuren in de provincie. Dit noem je de Provinciale Staten.
De leden van de provinciale staten worden gekozen door de burgers. De provinciale staten kiezen mensen voor de Eerste kamer.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
tweede kamer
Elke vier jaar zijn er verkiezingen voor Tweede Kamer: groep van 150 mensen die door het volk wordt gekozen.
De Tweede Kamer controleert de regering en keurt wetten goed.
De partij met de meeste stemmen krijgt de meeste zetels in de Tweede Kamer.
Slide 15 - Diapositive
Referendum
Soms wil een volksvertegenwoordiging direct van de burgers weten hoe ze over iets denken. Alle burgers kunnen dan stemmen (vanaf 18 jaar). Dit is een referendum (volksstemming).
In Nederland komt dit bijna nooit voor. Sommige gemeentes vragen soms wel in een referendum wat de inwoners willen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over hoe vaak de winkels op zondag open mogen.
Slide 16 - Diapositive
5. Begeleid inoefenen
Doorloop de opdrachten en bronnen op blz. 11 t/m 13
Slide 17 - Diapositive
6. Zelfstandig werken
Maak opdracht 10 t/m 16 op blz. 11 t/m 13
timer
1:00
Slide 18 - Diapositive
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of loop je nog ergens tegen aan?
Slide 19 - Diapositive
Evaluatie Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 20 - Question ouverte
75 zetels
150 zetels
100 zetels
Direct gekozen door het volk
Indirect gekozen door het volk
Slide 21 - Question de remorquage
Leg uit wat een referendum is.
Slide 22 - Question ouverte
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?