- 1 iemand doet een uitspraak bijvoorbeeld, ik houd (niet) van chocola.
- Ben je het er mee eens, ga je staan
- Ben je er niet helemaal mee eens of oneens ga blijf je met je knieen gebogen staan.
- Ben je het er helemaal niet mee eens, blijf je zitten
Andere voorbeelden: muziek, vakantie, dat mensen te dicht bij je staan, een drukke bus, geluid van motorrijders, etc.