Hoofdstuk 3
Wat is een feit?
1 / 14
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Wat is een feit?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is een mening?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is een argument?
Slide 3 - Question ouverte
Noem een signaalwoord bij een mening
Slide 4 - Carte mentale
Noem een signaalwoord bij een argument
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 6 - Question ouverte
Het doel van het schrijven van een betoog is..
Slide 7 - Carte mentale
Noem twee signaalwoorden voor een conclusie
Slide 8 - Carte mentale
Maak een correcte zin met: betrekking hebben...( welk voorzetsel?)
Slide 9 - Question ouverte
Maak een correcte zin met : sprake zijn ( + voorzetsel)
Slide 10 - Question ouverte
Wanneer gebruik je de tussenletter -e- bij een samenstelling? Geef drie voorbeelden
Slide 11 - Question ouverte
Maak een correcte zijn met :
1.gebeurt
2. gebeurd
1.gebeurt
2. gebeurd
Slide 12 - Question ouverte
Wanneer gebruik je het verwijswoord
1. door wie
2. waardoor
1. door wie
2. waardoor
Slide 13 - Question ouverte
Maak een correcte zin met het verwijswoord 'wat'
