EXTRA Het atoommodel

EXTRA: Het atoommodel
Hoofdstuk 4 Stoffen en deeltjes
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NaSk2Middelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

EXTRA: Het atoommodel
Hoofdstuk 4 Stoffen en deeltjes

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. benoemen uit welke deeltjes een atoom is opgebouwd. 
  2. uitleggen in welke eenheid je de atoommassa uitdrukt en wat het massagetal van een atoom inhoudt. 
  3. de gegevens van een atoom uit een schematische tekening aflezen. 
Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 2 - Diapositive

In welke groep van het periodiek systeem staat het element nikkel?

Slide 3 - Question ouverte

Mierenzuur (CH2O2) is een moleculaire stof.
Geef aan hoe dit uit de formule
van mierenzuur blijkt.

Slide 4 - Question ouverte

Welke 7 stoffen bestaan uit twee-atomige moleculen?

Slide 5 - Question ouverte

Van groot naar klein


Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 6 - Diapositive

Van groot naar klein


Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 7 - Diapositive

Atoombouw
Elk atoom is opgebouwd uit een 
positieve atoomkern met 
daaromheen een negatieve 
geladen wolk van elektronen. 



Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 8 - Diapositive

Atoombouw
Het atoomnummer van een atoom = aantal protonen
Atomen zijn elektrisch neutraal

Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 9 - Diapositive

De massa van atomen





Massa atoom = p+ + n0
Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel
plaats
lading
massa (unit)
proton (p+)
kern
1+
1,0 u
neutron (n0)
kern
geen
1,0 u
elektron (e-)
elektronenwolk
1-
´verwaarloosbaar´ (0,00055 u)

Slide 10 - Diapositive


Welke deeltjes hebben hetzelfde atoomnummer?

A
Alle drie
B
Alleen 1 en 2
C
Alleen 1 en 3
D
Alleen 2 en 3

Slide 11 - Quiz

Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel
Oefenen
1. Een Fe-atoom heeft als massagetal 56 

a. Hoeveel p+ heeft dit atoom?
b. Hoeveel e- heeft dit atoom?
c. Hoeveel n0 heeft dit atoom?

2. De kern van een Al-atoom bevat 14 neutronen.

a. Wat is het massagetal? 
b. Wat is de massa van dit atoom? (1 u = 1,0 x 1,7-27 kg)

Slide 12 - Diapositive

Begrippen
Proton (p+) : positief geladen deeltje dat zich in de atoomkern bevindt. 
Neutron (n0) : ongeladen (neutraal) deeltje dat zich in de atoomkern bevindt.
Elektron (e-) : negatief geladen deeltje dat om de atoomkern heen draait. 



Hoofdstuk 4 Nieuwe stoffen maken
Het atoommodel

Slide 13 - Diapositive

Waarom zijn atomen elektrisch neutraal?
A
omdat er evenveel elektronen als neutronen in aanwezig zijn
B
omdat er evenveel protonen als elektronen in aanwezig zijn
C
omdat er evenveel protonen als neutronen in aanwezig zijn
D
omdat er geen geladen deeltjes in aanwezig zijn

Slide 14 - Quiz

De kern van een deeltje bestaat uit 9 protonen en 10 neutronen.
Wat is juist?
A
De atoommassa van dit deeltje is 9 g.
B
De atoommassa van dit deeltje is 9 u.
C
De atoommassa van dit deeltje is 19 g.
D
De atoommassa van dit deeltje is 19 u.

Slide 15 - Quiz

Aan de slag! 

Lezen § Het atoommodel
Maken opdrachten 



Hoofdstuk 1 Stoffen en deeltjes
§7.2 Het atoommodel

Slide 16 - Diapositive