Erfelijkheid - stambomen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Erfelijkheid - stambomen

       Na deze les:  

- Kun je uit een stamboom de genotypes afleiden van ouders/nakomelingen

- Kun je uit een stamboom afleiden welk allel dominant en recessief is

Huh? 

Huh? 

Allel? 

Genotype? 

Recessief? 

Dominant? 

Dominant = deze eigenschap is altijd zichtbaar

Recessief = deze eigenschap is pas zichtbaar bij twee recessieve allelen 

Verschillende versies

Kruisingsschema

Kruisingsschema

Hoe groot is de kans op een kind met een bepaalde eigenschap? 

Stambomen

Stambomen

Wie heeft welk genotype? 

Stambomen

Wie heeft welk genotype? 

Waarom is dit interessant? 

Bijvoorbeeld: komen bepaalde ziektes voor in de familie? 

We weten nu alleen hoe ze eruit zien (fenotypes)

bb

bb

.b

.b

bb

Bb

Bb

bb

Bb

Bb

B?

B? 

bb

Bb

Bb

B?

B? 

Homozygoot recessief

Heterozygoot

Heterozygoot

Heterozygoot of homozygoot dominant

Leerdoelopdracht: 3 stambomen maken

1. Schrijf je naam en klas op het opdrachtvel

2. Start met de eerste stamboom

3. Geef alle rondjes en vierkantjes (willekeurig) één van de twee kleuren

4. Geef aan (=verzin) wat de kleuren betekenen (bijv. krullend haar/steil haar)

4. Probeer te achterhalen wat het genotype (aa/AA/Aa) van iedereen in de stamboom is

5. Lever de opdracht voor het einde van de les in!