A3 - lezen H1 + 2 (vaste tekststructuren)

Welkom A3A!
Pak alvast je leesboek voor je!
timer
10:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom A3A!
Pak alvast je leesboek voor je!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Herhaling H1 en H2
Vaste tekststructuren

Slide 2 - Diapositive

Vaste tekststructuren
De meeste teksten bestaan uit

inleiding

middenstuk

slot

Slide 3 - Diapositive

Vaste tekststructuren
Die driedeling kun je terugzien in verschillende 

vaste tekststructuren

Er zijn er veel, jullie moeten er 7 kennen 

Slide 4 - Diapositive

1. argumentatiestructuur
De argumentatiestructuur beantwoordt een vraagstuk in de tekst




Voorbeeld: betoog, debat




Voor
inleiding
standpunt
middenstuk
argumenten voor en tegen
slot
herhaling stelling

Slide 5 - Diapositive

2. aspectenstructuur
De aspectenstructuur geeft verschillende kenmerken van het onderwerp 




Voorbeeld: recensie




Voor
inleiding
onderwerp
middenstuk
diverse aspecten van het onderwerp
slot
samenvatting

Slide 6 - Diapositive

3. verklaringsstructuur
De verklaringsstructuur verklaart een bepaald verschijnsel




Voorbeeld: Waarom draait de aarde om de zon?




Voor
inleiding
bepaald verschijnsel
middenstuk
kenmerken/voorbeelden
slot
samenvatting

Slide 7 - Diapositive

4. voor- en nadelenstructuur
De voor- en nadelenstructuur geeft verschillende kanten van een onderwerp 




Voorbeeld: Wel of geen kortere zomervakantie?




Voor
inleiding
onderwerp, vraag of stelling
middenstuk
voor- en nadelen
slot
afweging 

Slide 8 - Diapositive

Wat voor informatie verwacht je in de rest van de tekst?
Kies uit: Argumenten bij het standpunt, situatie verleden/heden, antwoord op de vraag of oplossing voor het probleem.

Slide 9 - Diapositive

Wat voor informatie verwacht je in de rest van de tekst?
Kies uit: Argumenten bij het standpunt, situatie verleden/heden, antwoord op de vraag of oplossing voor het probleem.

Slide 10 - Diapositive

5. probleem/oplossingstructuur
De probleem/oplossingstructuur biedt een oplossing voor een probleem




Voorbeeld: Stikstof verminderen in Nederland




Voor
inleiding
probleem
middenstuk
gevolgen/oorzaken/oplossingen
slot
de beste oplossing

Slide 11 - Diapositive

6. verleden/heden/toekomststructuur
De verleden/heden/toekomststructuur geeft een vergelijking tussen vroeger en nu 




Voorbeeld: Geschiedenis van Nederland 1921-2021




Voor
inleiding
onderwerp
middenstuk
situatie vroeger - situatie nu
slot
conclusie of situatie in de toekomst

Slide 12 - Diapositive

7. vraag/antwoordstructuur
De vraag/antwoordstructuur beantwoordt een vraagstuk in de tekst




Voorbeeld: Hoe verzorg je een hond?




Voor
inleiding
vraag
middenstuk
antwoorden
slot
samenvatting 

Slide 13 - Diapositive

Kortom, ook al is alcohol niet gezond, het kan wel voor heel leuke avonden zorgen.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag/antwoordstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 14 - Quiz

In de volgende alinea worden de geschiedenis, de topografie en de cultuur van Spanje besproken.
A
verklaringsstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 15 - Quiz

Het vieren van Sinterklaas is door de jaren heen erg veranderd in de Nederlandse cultuur.
A
verklaringsstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 16 - Quiz

Isaac Newton heeft in verschillende stukken geschreven over het fenomeen zwaartekracht.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag/antwoordstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 17 - Quiz

Nederland moet minder vlees eten, maar de boeren moeten nog wel een inkomen houden, bv. door champignonteelt.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
probleem/oplossingstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 18 - Quiz

Dit document geeft tips over wat je allemaal moet doen om een huis te kunnen kopen.
A
vraag/antwoordstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1, 3 en 4 van lezen H2: vaste tekststructuren (blz. 47 t/m 49).

Klaar?
- Lezen uit je leesboek
- Werken aan je boekopdracht
- Oefenen voor werkwoordspelling

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive