Vendredi le 15 novembre (h2b-s46)

Bonjour!
!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!
!

Slide 1 - Diapositive

On va...
- parler français!
- herhaling être-avoir
- huiswerk bespreken
- ww spel
- TW 1 bespreken

Aujourd'hui, qu'est-ce qu'on va faire?

Slide 2 - Diapositive

On va parler français!
Quel est le temps aujourdhui?

- Il fait...
- Il...

Noem twee dingen in het Frans!

Slide 3 - Diapositive



Traduis: Hij heeft
Verbes: avoir & être
A
Il a
B
Elle a
C
il est
D
il as

Slide 4 - Quiz

avoir & être in de présent!
tu as
Vous avez
Ils sont
je suis
tu es
elle a 
ils ont
jij bent
zij zijn
jij hebt
zij heeft
ik ben
jullie hebben
zij hebben

Slide 5 - Question de remorquage



Traduis: Men is
Verbes: avoir & être
A
Tu es
B
Nous sommes
C
Vous avez
D
On est

Slide 6 - Quiz



Traduis: U heeft
Verbes: avoir & être
A
Nous avons
B
On a
C
Vous avez
D
Vous êtes

Slide 7 - Quiz


Avoir & être
Zij zijn quatorze ans.
A
Ils sont
B
Elles sont
C
Elle a
D
Ils ont

Slide 8 - Quiz

Huiswerk bespreken
-afmaken grammaire I p.94: ex 8a ™ 8c

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Jeu: les verbes faire-mettre
.... groepjes van ...leerlingen (hulpmiddelen magister, groepjes maken)
bv: wat is de vertaling van: je fais in het Frans?
- ieder groepje heeft une ardoise
- samenwerken 
- iemand schrijft het antwoord op de ardoise
- wie als eerst 5 punten heeft gehaald, wint!


Slide 12 - Diapositive

Toets unité 1 bespreken
  •  veel fouten bij de woorden: op tijd beginnen met leren en vaak herhalen, ook gedurende de periode. Vergeet niet het lidwoord en de accenten. Spelling!!!
  • passé composé met hulpww avoir: hij heeft gekeken. ond + hulpww + vd (é)
  • passé composé met hulpww être: zij is gevallen. ond + hulpww + vd (é) + e
  • instructie goed lezen, kijk naar de voorbeelden en altijd alles checken na de toets!
  • aanhef, afsluiting, interpuntie etc..bij de schrijfopdracht!

- proeftoets maken: oefenen met toepassen
- huiswerk maken ook de woorden leren is huiswerk (woorden beluisteren!)
- vragen stellen als je de stof niet goed begrijpt!

Slide 13 - Diapositive

Les devoirs
Apprendre (leren)
- leren apprendre 6
Amener (meenemen)
- je oortjes meenemen

Slide 14 - Diapositive