§5.2 Besluiten en besturen in Nederland

§5.2 Besluiten en besturen in Nederland
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§5.2 Besluiten en besturen in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • hoe wetten tot stand komen en worden uitgevoerd
  • hoe de regering en het parlement tot stand komen en werken
  • Je kunt het verschil tussen de regering, kabinet en het parlement uitleggen.
  • hoe lagere overheden tot stand komen en werken .
  • hoe het bestuur van het Koninkrijk der Nederlanden is geregeld.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Parlement: Eerste en Tweede kamer
Kabinet: Ministers en Staatssecretarissen 
Regering: Koning en ministers

Slide 4 - Diapositive

Een wet uitvoeren, hoe gaat dat?
Voorbeeld: Watersnoordramp 1953.

  • Drie weken na de ramp: deltacommissie (deskundigen die een plan bedachten).
  • Kabinet (ministers en staatssecretarissen) nam deze plannen over.
  • Kabinet maakt een wetsvoorstel.
  • Tweede kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Eerste kamer keurt wetsvoorstel goed.
  • Koningin zet handtekening.
  • Deltaplan wordt uitgevoerd.

Slide 5 - Diapositive

Voordat een nieuwe wet geldig is worden er een aantal stappen genomen. In welk antwoord staan de volgende 4 stappen in de juiste volgorde?
A
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekent de wet - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed
B
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekent de wet - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed
C
Regering doet een wetsvoorstel - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed - Het staatshoofd ondertekent de wet
D
Regering doet een wetsvoorstel - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed - Staatshoofd ondertekent de wet

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Wat past het beste bij Kabinet?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 8 - Quiz

Wat past het beste bij Regering?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien