8.2 Hoe sociale ongelijkheid ontstaat

Welke kenmerken van mensen zorgen voor sociale ongelijkheid?
1 / 14
suivant
Slide 1: Carte mentale
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welke kenmerken van mensen zorgen voor sociale ongelijkheid?

Slide 1 - Carte mentale

8.2 Hoe sociale ongelijkheid ontstaat
Deel 1

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
-Ik ken en herken de begrippen positietoewijzing en positieverwerving
-Ik ken en herken groepen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt en kan uitleggen hoe die positie zich ontwikkelt
-Ik kan de relatie tussen drie vormen van kapitaal en sociale ongelijkheid uitleggen
-Ik ken en begrijp de relatie tussen socialisatie en sociale ongelijkheid

Slide 3 - Diapositive

Maatschappelijke positie
Zaken die je maatschappelijke positie bepalen zijn in twee soorten op te delen: 
-Positietoewijzing: maatschappelijke oorzaken die van buitenaf op een persoon inwerken. 
-Positieverwerving: het verkrijgen van een positie door de eigen bijdrage van een persoon of de groep

Slide 4 - Diapositive

positietoewijzing
positieverwerving
afkomst
opleiding
taalcursus
rijbewijs
geaardheid
geslacht
zwakke basisschool
huidskleur
baan
achterstandswijk

Slide 5 - Question de remorquage

1

Slide 6 - Vidéo

01:21
Het middelbare schooladvies is een voorbeeld van
A
schaarse en hooggewaardeerde zaken
B
waardering
C
behandeling

Slide 7 - Quiz

Op welke manier benadrukken ouders (of jouw ouders) wel eens dat je je best moet doen op school?

Slide 8 - Question ouverte

Socialisatie en positie
Vooral hoogopgeleide ouders weten hoe ze invloed kunnen uitoefenen op het schooladvies van leerlingen. 

Ook dragen ze vaker de norm over dat je je best moet doen op school dan minder hoopopgeleide ouders. 
Socialisatie speelt dus ook een rol in het verkrijgen van een maatschappelijke positie. 

Slide 9 - Diapositive

3 soorten kapitaal
Drie soorten kapitaal die mee kunt krijgen vanuit thuis zijn medebepalen voor je positie
-economische kapitaal: bezit, inkomen, kennis
-sociaal kapitaal: connecties, netwerken en mate van respect
-cultureel kapitaal: culturele competenties, namelijk kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor een hoge sociale positie

Slide 10 - Diapositive

Welke interesses passen er bij een hoge positie?
Denk aan welke soort muziek, drankjes, sport, taalgebruik, hobby's. En evt. andere dingen waar je aan denkt.

Slide 11 - Question ouverte

Groepen met een zwakkere positie op de arbeidsmarkt
Al het voorgaande zorgt ervoor dat bepaalde groepen een zwakkere positie hebben op de arbeidsmarkt: vrouwen, jongeren, jongeren, ouderen, laagopgeleiden, deels arbeidsongeschikten en niet-westerse migranten. 

Bijv. door positietoewijzing (discriminatie), minder ambitie (socialisatie) of zichzelf onderschatten (subjectieve arbeidsmarkt kansen).

Ontwikkeling: vrouwen, jongeren met lage posities en migranten doen het wel steeds beter in het HBO en WO.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit dat iemand die een hogere maatschappelijke positie wil verkrijgen vaak niet genoeg heeft aan alleen een extra opleiding.

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht 
Doel: je vat samen wat we hebben besproken. 

Vul het stencil in. 
Vat de les samen in vijf  zinnen. 
Verklein dat tot vijf woorden. 
en tenslote verklein je dat tot één woord. 

Slide 14 - Diapositive