Simple Past

Learning a new tense:
Present Simple:
I .....      (to walk) to school
She ....        (to go) to piano practise.
Past Simple:
I .....          (to walk) to school yesterday.
A long time ago, I ......        (to go) to piano practice.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Learning a new tense:
Present Simple:
I .....      (to walk) to school
She ....        (to go) to piano practise.
Past Simple:
I .....          (to walk) to school yesterday.
A long time ago, I ......        (to go) to piano practice.

Slide 1 - Diapositive

Talking about time
Now (dingen die nu gebeuren)
Present Simple & Present Continuous
Present
 Future
Tomorrow (de toekomst)
Komt nog :-)
Past
Past (dingen die gebeurd zijn.)
Past Simple

Slide 2 - Diapositive

The rule:
Past Simple = stam werkwoord + -ed

We played games all night.
I walked to school yesterday.




Slide 3 - Diapositive

Praten over het verleden.
Vaak (niet altijd) met een tijdsbepaling
I talked to Jim this morning.
We watched the match yesterday.
A long time ago, I played football.
They danced at the party three days ago.

De tijdsbepaling kan voor én achter aan de zin.






Slide 4 - Diapositive

Belangrijke uitzonderingen
  • Werkwoorden die al eindigen op -e krijgen alleen een -d.                                Vb: We baked a delicious cake.
  • Werkwoorden die eindigen op een -c krijgen -ked erachter.                         Vb: She panicked when she heard the news.
  • Werkwoorden die eindigen op een -y met een medeklinker ervoor krijgen -ied. Vb: They married last month.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

We (to marry) last week.
A
marryed
B
maryed
C
married

Slide 7 - Quiz

Sem and Bart (to talk) about kittens yesterday.
A
talked
B
talkd
C
talkied

Slide 8 - Quiz

Fay and Livia (to play) a video game in class.
A
played
B
plaied
C
playied

Slide 9 - Quiz

The students (to bake) a cake in class last week.
A
bakeed
B
bakied
C
baked
D
bakkeed

Slide 10 - Quiz

We (to panic) when our car broke.

Slide 11 - Question ouverte

Vragen en ontkenningen:
Verschillende soorten zinnen

+ normaal
- ontkennend
? vragend

Vandaag kijken we ook naar - en ? zinnen.

Slide 12 - Diapositive

Vragen met did (v.t.)
Vragen (?) met did
Bij vragen in de past simple gebruik je did + het hele werkwoord:
Did Snow White betray Regina?
Did Emma know she was Snow's daughter?

Slide 13 - Diapositive

Ontkenningen met didn't (v.t.)
Ontkenningen (-) met didn't
Bij ontkenningen in de past simple gebruik je didn't + het hele werkwoord:
“We wanted to make port”, the captain said, “but people didn't want to help us."
Snow White didn't know that Regina's mother was evil.

Slide 14 - Diapositive

Vragen met was/were (to be)
Vragen (?) met was en were
Bij vragen in de past simple met (to be) gebruik je was of were:
Was the Princess in the Enchanted Forest?
Were the dwarves happy when Snow White got married?
Was/were komen net als did aan het begin van de zin.

Slide 15 - Diapositive

Ontkenningen was/were
Ontkenningen (-) met was en were
Bij ontkenningen in de past simple met be gebruik je wasn't of weren't:
Except he wasn’t really a frog – he was an enchanted prince.
The dwarves and the Prince weren’t sad anymore.
Komt meestal na het onderwerp in de zin. Wat zijn hierboven de onderwerpen?

Slide 16 - Diapositive