Oefenen poster maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Nederlands 

Schrijven

Poster maken 

Programma

• Voorlezen e-mail mevr. Visser
• Poster maken

Doelen

• Je kent de 5 W woorden + het H woord.  
• Je kunt een start maken met jouw poster

Voorbereiding

Aan de slag met het maken van jouw poster. 

Een uitnodiging voor  het bovenbouw schoolfeest. 

Groepen maken.

Wat gaan we doen?

We gaan deze les in groepen de poster maken voor het schoolfeest. De beste posters worden in school opgehangen.

Gebruik de e-mail van mevr. Visser voor de benodigde informatie.

Wie kent deze film?

Wat voor soort film is het?

Maakt de poster je nieuwsgierig?

Klassengesprek

Gebruik de poster om voorkennis te testen en interesse aan te wakkeren. Klik op het icoon voor vragen.

EXTRA VRAGEN:

- Wie is het meisje op de poster?

- Wat is een vechtmeisje?

Wat zijn de 5 W woorden?

1. welke, waardoor, waarover, waarmee en waarschijnlijk.
2. waarschijnlijk, waarom, welke, wat en waarmee.
3. wie, wat, waar, wanneer en waarom.
4. wie, waar, werd, weer en want.

Wat is de H vraag?

1. Hoeveel
2. Hoe
3. Hoevaak
4. Hoezo

Wat zijn de 5 W vragen?

Wat is de H vraag?

Waar of niet waar
Op een poster gebruik je lange zinnen.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar
Het maakt op een poster niet uit of ik spel fouten maak.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar
Plaatjes en kleuren zijn net zo belangrijk als de tekst op een poster.

1. waar
2. niet waar

Ik ben er klaar voor om met mijn groepje aan de poster te werken.

1. Helemaal!
2. Ja, maar ik heb wel hulp nodig.
3. Nee, ik snap er niets van.

Aan de slag

Maak samen eerst een schetsversie op A4.

Maak daarna de echte versie op A2 of A3.

Werken in groepjes

• In groepjes van 4 personen maak je een poster in A3-formaat
• Bedenk samen een onderwerp
• Verdeel de taken
• Maak de verschillende onderdelen en plak ze op het A3-papier

Wat staat er op je poster?

• Duidelijk logo
• Korte, goed leesbare tekst
• #doeslief
• tekening of afbeelding die goed bij het onderwerp past

Hoe is het vandaag tijdens de les gegaan.

1. Super goed!
2. Prima.
3. Kon beter.
4. Slecht.

Dat was 'm weer!

Goed gewerkt allemaal. Tot morgen!