TEMPERATUUR

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
naskMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Cohesie en adhesie
Cohesie 

is de aantrekking tussen moleculen van dezelfde soort

  •  bol oppervlakte 

  • bijvoorbeeld de aantrekking tussen watermoleculen, er vormt zich een druppel

    Slide 4 - Diapositive

    adhesie
    Is de aantrekking tussen moleculen van verschillende soorten
    Er ontstaat een hol oppervlakte

    Slide 5 - Diapositive

    Slide 6 - Diapositive

    Fasen van water
    • Vast: IJs, sneeuw, hagel
    • Vloeibaar: water, regen, mist
    • gasvormig: waterdamp (onzichtbaar!!)

    Slide 7 - Diapositive

    Dus de verschillende fasen van water zijn

    Slide 8 - Diapositive

    Slide 9 - Diapositive

    Slide 10 - Vidéo

    Slide 11 - Diapositive

    Slide 12 - Vidéo

    Slide 13 - Diapositive

    Slide 14 - Diapositive

    Infrarood-thermometer

    - Maakt gebruik van warmte straling. 
    - Warmer voorwerp geeft meer warmte af. 
    - Oorthermometer meet temperatuur op deze manier.

    Slide 15 - Diapositive

    Je wilt een de temperatuur van een corona-patient meten dit kan je doen met een infrarood-thermometer.
    Wat is het voordeel van een infrarood-thermometer ten opzichte van een vloeistofthermometer?

    Slide 16 - Question ouverte

    De temperatuurschaal van Celsius is gebaseerd op kokend water en smeltend ijs.
    A
    waar
    B
    niet-waar

    Slide 17 - Quiz

    Het absolute nulpunt ligt bij 0 K
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 18 - Quiz

    Een oorthermometer werkt met behulp van uitzetting van eens tof
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 19 - Quiz

    Vaste stoffen krimpen bij temperatuurstijging
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 20 - Quiz


    Welke faseovergang zie je in het plaatje?
    A
    Verdampen
    B
    Condenseren
    C
    Sublimeren
    D
    Koken

    Slide 21 - Quiz

    hoe heet deze faseovergang?
    vast --> vloeibaar
    A
    rijpen
    B
    smelten
    C
    stollen
    D
    verdampen

    Slide 22 - Quiz

    De was droogt ook als het vriest.
    Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?
    A
    stollen
    B
    verdampen
    C
    smelten
    D
    vervluchtigen

    Slide 23 - Quiz

    van vloeibaar naar gasvormig heet?
    A
    condenseren
    B
    smelten
    C
    stollen
    D
    verdampen

    Slide 24 - Quiz

    Slide 25 - Diapositive

    Slide 26 - Diapositive

    Slide 27 - Diapositive