1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer
Hoi allemaal!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer
Hoi allemaal!

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Wat zijn waarden en normen: uitleg + filmpje
  • Werkboek

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 3 - Diapositive

Terugblik: koppel de binding aan het juiste voorbeeld.
Economische binding
kennisbinding
politieke binding
gevoels-
binding
Je belt een vriend.


Je ontvangt salaris bij de Jumbo
Je rijdt over het fietspad naar school
Je doet mee aan de training

Slide 4 - Question de remorquage

Waarden
Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Voorbeelden hiervan zijn:
  1. Gezondheid.
  2. Status.
  3. Vrijheid.
  4. Familie.
  5. Discipline.


Slide 5 - Diapositive

Normen
Opvattingen / regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.
Let op! Normen horen altijd bij een bepaalde waarde!

Slide 6 - Diapositive

Welke norm hoort bij de waarde familie?

Slide 7 - Question ouverte

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip
Waarde
Norm
gezondheid

Slide 8 - Question de remorquage

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 9 - Diapositive

Belang
Het voordeel dat iemand ergens bij heeft

Slide 10 - Diapositive

Noem een belang wat je
als scholier hebt:

Slide 11 - Carte mentale

Hoe kan je anderen beinvloeden?
  • Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
    van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
    van anderen kunt beïnvloeden.


Slide 12 - Diapositive

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuiging
geld
media
geweld
invloedrijke mensen

Slide 13 - Question de remorquage

0

Slide 14 - Vidéo

Welke belangen komen er voorbij in dit filmpje? (jongeren/overheid)

Slide 15 - Question ouverte


In hoeverre is hier sprake van tegen gestelde belangen?

Slide 16 - Question ouverte

Welk machtsmiddelen gebruikt de overheid om de feestjes te stoppen?

Slide 17 - Question ouverte

Sociale ongelijkheid

Slide 18 - Diapositive

Aan het werk met paragraaf 1.3
Lees eerst goed de paragraaf door. Dit doen we in stilte (10 min)
Maak daarna de opdrachten

Slide 19 - Diapositive