Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
3.2 Lenen
LH3b
Slide 1 - Diapositive
Je stort 1645 euro op de bank. Je rente is 2,5% per jaar. Wat is je saldo na een jaar? Hoeveel rente heb je dan ontvangen?
Slide 2 - Question ouverte
Je krijgt van de bank 5% rente over je spaargeld. De inflatie is 4%. Wat is de reële rente?
Slide 3 - Question ouverte
Leerdoelen 3.2
- Lenen uitleggen en motieven herkennen
- Verschillende soorten leningen beschrijven
- Risico van lenen toelichten
- Berekenen wat lenen kost
Slide 4 - Diapositive
timer
4:00
Wie heeft er wel is geld geleend? Welke leningen kennen jullie? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht?
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?
Slide 7 - Carte mentale
Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.
Slide 8 - Carte mentale
Risico van lenen
- Lenen bij ouders
- Terug kunnen betalen
- Risico
- Kans op schade of verlies
- lener en aflossen
- Verdiencapaciteit, BKR en rente
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Kredietkosten berekenen
Kredietkosten = (Aantal termijnen x termijnbedrag) + afsluitkosten - lening
Slide 11 - Diapositive
Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?