Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Voegwoorden en betekenis B1
Voegwoorden
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Voegwoorden
Slide 1 - Diapositive
Voegwoorden met een
reden, oorzaak, gevolg
3. Hij durft niet naar buiten,
want
hij is bang voor onweer.
4. Ik werk vandaag,
zodat
ik morgen vrij ben.
5. Ik eet een boterham,
omdat
ik honger heb.
6. Mijn bril is stuk,
doordat
hij viel.
Slide 2 - Diapositive
Voegwoorden
voorwaarde
5.
Als/Indien
je je huiswerk maakt, mag je meedoen met de les.
6. Zij gaat altijd op de fiets naar haar werk,
tenzij
het glad is.
7. Je mag in de les komen,
mits
je houding goed is.
Slide 3 - Diapositive
Voegwoorden
vergelijking
7. Jij kunt net
zo
mooi zingen
als
je moeder.
8. Hij doet
net alsof
hij luistert.
Slide 4 - Diapositive
Voegwoorden
tegenstelling
9.
Hoewel
ze veel eet, blijft ze slank.
Hoewel
ze minder eten tijdens de ramadan, komen ze aan.
10. Ze houdt van pizza,
maar
niet van patat.
Ik vind de groep leuk,
maar
er zitten ook vervelend cursisten in.
Slide 5 - Diapositive
Voegwoorden
tijd
11. Ik kook,
terwijl
jij de kamer opruimt.
12.
Zodra
ik klaar ben, bel ik je.
Andere zijn:
voordat, nadat
Slide 6 - Diapositive
Voegwoorden
doel - middel
13. Kun je langzaam praten
om
mij
te
helpen je te begrijpen?
Om
nog op tijd op school
te
komen (doel), ga ik toch maar fietsen in plaats van lopen (middel).
Slide 7 - Diapositive
Voegwoorden
conclusie
14. Timor moet naar de tandarts,
dus
hij is later op school.
Slide 8 - Diapositive
voegwoorden
tijd
toen, als, sinds, terwijl, zodra
Slide 9 - Diapositive
toen
De leerlingen stonden meteen op,
toen
de bel ging.
Toen
de bel ging, stonden de leerlingen meteen op.
Slide 10 - Diapositive
als
De leerlingen staan meteen op,
als
de bel gaat.
Als
de bel gaat, staan de leerlingen meteen op.
Slide 11 - Diapositive
terwijl
Mirjam kookt het eten,
terwijl
ik mijn huiswerk maak.
Terwijl
ik mijn huiswerk maak, kookt mijn Mirjam het eten.
Slide 12 - Diapositive
sinds
Ik heb het altijd koud,
sinds
ik in Nederland ben.
Sinds
ik in Nederland ben, heb ik het altijd koud.
Slide 13 - Diapositive
zodra
Ik ga mijn rijbewijs halen,
zodra
ik vijf jaar in Nederland woon.
Zodra
ik vijf jaar in Nederland woon, ga ik mijn rijbewijs halen.
Slide 14 - Diapositive
__________ we weg wilden gaan, ging de telefoon.
A
toen
B
als
C
sinds
D
zodra
Slide 15 - Quiz
_________ de jongen een sandwich eet, kijkt hij naar filmpjes op Tiktok.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 16 - Quiz
________ ik geld heb, koop ik een e-bike.
A
toen
B
terwijl
C
sinds
D
zodra
Slide 17 - Quiz
_______ hij beter zijn best ging doen, werden zijn resultaten veel beter.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 18 - Quiz
Zodra ik genoeg geld heb, koop ik een auto.
A
Ik heb nu genoeg geld om een auto te kopen
B
Ik ga sparen om een auto te kopen.
Slide 19 - Quiz
Ik heb geld gespaard, zodat ik een nieuwe fiets kan kopen.
A
Ik ga nu een nieuwe fiets kopen.
B
Ik moet sparen voor een nieuwe fiets.
Slide 20 - Quiz
Maak de zin af:
Toen ik gisteren naar buiten keek,
Slide 21 - Question ouverte
Maak de zin af:
Nadat we het ontbijt hadden gegeten,
Slide 22 - Question ouverte
Maak de zin af:
Er ontstaat een lange file doordat
Slide 23 - Question ouverte
Maak de zin af:
Als we dit jaar niet op vakantie kunnen,
Slide 24 - Question ouverte
Maak de zin af:
Ik zou morgen langskomen, maar
Slide 25 - Question ouverte
Maak de zin af:
Tijdens de lockdown is de horeca gesloten. Desondanks
Slide 26 - Question ouverte
Maak de zin af:
Vorige week is mijn zus bevallen, dus
Slide 27 - Question ouverte
Maak de zin af:
Bij de kassa zag ik dat ik mijn portemonnee vergeten was. Daardoor
Slide 28 - Question ouverte
Maak de zin af:
Wanneer u niet op tijd op uw afspraak bent,
Slide 29 - Question ouverte
Maak de zin af:
Tijdens mijn studie rechten,
Slide 30 - Question ouverte
Ik weet welke soorten voegwoorden er zijn en snap de betekenis.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica voegwoorden
Février 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Alfabetisering NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Klare taal - les 14 - voegwoorden en betekenis
Mars 2024
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
voegwoorden 2
Mars 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Ijsbreker 4 H3 les 1 Voegwoorden van tijd
Juillet 2023
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Voegwoorden en betekenis B1
Novembre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
voegwoorden 2
Juillet 2023
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
E4, bk cursus 5 grammatica voegwoorden voordat, nadat, terwijl
Janvier 2024
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
MBO
ISK
Studiejaar 1
NT2, Les 8
Mai 2021
- Leçon avec
28 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2