Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
voegwoorden 2
voegwoorden 2
toen, als, sinds, terwijl, zodra
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
voegwoorden 2
toen, als, sinds, terwijl, zodra
Slide 1 - Diapositive
toen
De leerlingen stonden meteen op,
toen
de bel ging.
Toen
de bel ging, stonden de leerlingen meteen op.
Slide 2 - Diapositive
als
De leerlingen staan meteen op,
als
de bel gaat.
Als
de bel gaat, staan de leerlingen meteen op.
Slide 3 - Diapositive
sinds
Ik heb het altijd koud,
sinds
ik in Nederland ben.
Sinds
ik in Nederland ben, heb ik het altijd koud.
Slide 4 - Diapositive
terwijl
Mijn moeder kookt het eten,
terwijl
ik mijn huiswerk maak.
Terwijl
ik mijn huiswerk maak, kookt mijn moeder het eten.
Slide 5 - Diapositive
voordat
Ik poets mijn tanden,
voordat
ik naar bed ga.
Voordat
ik naar bed ga, poets ik mijn tanden.
Slide 6 - Diapositive
______ maandag heb ik hem niet meer gezien.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 7 - Quiz
_______ je wil sporten, kun je lid worden van een sportclub.
A
toen
B
als
C
sinds
D
zodra
Slide 8 - Quiz
_______ Abdusalam zijn bril opzet, kan hij veel beter op het bord zien.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 9 - Quiz
_________ gisteren is die winkel gesloten.
A
toen
B
als
C
sinds
D
zodra
Slide 10 - Quiz
__________ we weg wilden gaan, ging de telefoon.
A
toen
B
als
C
sinds
D
zodra
Slide 11 - Quiz
_________ de jongen een sandwich eet, kijkt hij naar filmpjes op Tiktok.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 12 - Quiz
________ ik geld heb, koop ik een e-bike.
A
toen
B
terwijl
C
sinds
D
zodra
Slide 13 - Quiz
_______ je werk zoekt, kun je bij Albert Heijn solliciteren.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 14 - Quiz
_______ hij beter zijn best ging doen, werden zijn resultaten veel beter.
A
toen
B
als
C
sinds
D
terwijl
Slide 15 - Quiz
Zodra ik genoeg geld heb, koop ik een auto.
A
Ik heb nu genoeg geld om een auto te kopen
B
Ik ga sparen om een auto te kopen.
Slide 16 - Quiz
Ik heb geld gespaard, zodat ik een nieuwe fiets kan kopen.
A
Ik ga nu een nieuwe fiets kopen.
B
Ik moet sparen voor een nieuwe fiets.
Slide 17 - Quiz
Als het hard ______ (regenen), kom ik niet.
Slide 18 - Question ouverte
Toen het zo hard ________ (regenen), ben ik thuis gebleven.
Slide 19 - Question ouverte
De Nederlanders vinden het fijn als de zon ___________ (schijnen)
Slide 20 - Question ouverte
We wilden graag een regenbui, toen de zon elke dag _______ (schijnen)
Slide 21 - Question ouverte
Als het lente wordt, ______ er weer blaadjes aan de bomen. (komen)
Slide 22 - Question ouverte
Toen het lente _______ (worden), waren we blij.
Slide 23 - Question ouverte
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
voegwoorden 2
Mars 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Ijsbreker 4 H3 les 1 Voegwoorden van tijd
Juillet 2023
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Grammatica voegwoorden
Février 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Alfabetisering NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3B/deel 3A: Code+4 H2.3 'het boerenbedrijf' (deel 2)
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
Beroepsopleiding
Klare taal - les 14 - voegwoorden en betekenis
Mars 2024
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Voegwoorden en betekenis B1
Juin 2024
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
voegwoorden invullen
Janvier 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
NT2
MBO
Studiejaar 1
Herhaling samengestelde zinnen (hoofdzin en bijzin)
Octobre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3