Hoofdstuk 1 Omgaan met geld

• Strux
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Omgaan met geld

lesdoel

Aan het einde van de les weet je :

hoe je op verschillende manieren  kunt betalen

wat de functies zijn van geld

waar banken voor nodig zijn

verschillende manieren
van betalen

7 manieren van betalen 

1. Contant( munten of biljetten)
2. pinpas en pincode
3. contactloos met de pinpas
4. internetbankieren
5. acceptgiro
6. automatisch betalen
7. creditcard

Munten en bankbiljetten

Pinpas en pincode

contactloos

hiermee kan je betalen in winkels, restaurant en hotels.
Je betaalt het geld niet meteen

1. acceptgiro
2. contant
3. pinpas
4. creditcard

Je betaalt direct met biljetten of munten

1. pincode
2. automatisch betalen
3. contant
4. creditcard

hiervoor heb je een pincode nodig het wordt meteen van je rekening gehaald

1. creditcard
2. internetbankieren
3. automatisch betalen
4. pinpas

hiermee geef je de bank opdracht kosten te betalen die steeds terugkomen

1. pinpas
2. automatisch betalen
3. creditcard
4. contact

met deze pinpas kun je maximaal tot 25 euro betalen zonder pincode

1. contactloos betalen
2. creditcard
3. internetbankieren
4. contant

hiermee kun je online je bankrekening bekijken

1. creditcard
2. pinpas
3. contactdoos betalen
4. internetbankieren

nadeel contactloos betalen

1. iedereen kan je pas gebruiken
2. altijd pincode nodig
3. je kan niet meer dan 50euro pinnen

automatische incasso is

1. je krijgt vanzelf geld terug
2. De bank heeft geen toestemming nodig
3. steeds terugkerende bedragen als huur
4. je kunt maar 1x betalen

voordeel contactloos betalen

1. snel
2. altijd veilig
3. hoge bedragen

Wat is geen manier van elektronisch betalen?

1. pinnen
2. contant
3. internetbankieren
4. contactdoos betalen

voordeel betalen pinpas

1. ingewikkeld
2. je hoeft geen contant geld bij je te hebben
3. niet veilig
4. je kan precies zien wat je uitgeeft

nadeel pinpas

1. uitlenen is veilig
2. contant geld is nodig
3. geen pincode onthouden
4. je weet niet precies wat je uitgeeft