14 feb - Les 1/2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 5

Literatuur

Wat heb je voorbereid

Je hebt paragraaf 2 en 3 gelezen.

Blz. 134 - 139.

Doel van de les

Je leert nadenken over de relatie

tussen fictie en werkelijkheid.

Je koppelt de paragraaf aan jullie leesboek.

Indeling

• Uitleg theorie paragraaf 2+3
• Maken opdrachten
• Lezen
• Bespreken
• Woordenschat
• Lezen

Theorie par. 2

- verschil tussen fictie en werkelijkheid

- een verhaal in een roman, novelle, kort verhaal

- alle literatuur komt op een bepaalde manier voort uit de werkelijkheid

waarheid of fictie

Krantenbericht

Dagboek van Anne Frank

Harry Potter

Oorlogswinter

De Bijbel

Fictie

De verzameling teksten waarin het beschrevene gezien wordt als het product van de verbeelding van de auteur, als door hem verzonnen stof.

Laster of literatuur

Een schrijver kan niet aansprakelijk worden gesteld voor wettelijke overtredingen van een personage.

biografie

Een biografie is een boek dat is geschreven over een bepaald bekend persoon.

autobiografie

Een autobiografie is een boek dat iemand zelf heeft geschreven over zijn leven.

autobiografische roman

Een roman over een gebeurtenis uit het leven van de schrijver. De auteur is personage.

Autofictie

Verhalen waarin de schrijver zelf de hoofdpersoon van zijn verhaal is.

Theorie par. 3

Genres:

verhalen met overeenkomsten qua vorm, inhoud of doelgroep

Genres helpen de lezer én helpen de schrijver

Hoofdgenres

EPIEK: verhalende, literaire teksten

(=literair proza)

LYRIEK: poëzie en liedteksten

DRAMATIEK: toneel en film

EPIEK

Avonturenromans

Psychologische romans

Tijdromans

Ruimteromans

EPIEK

ZKV

Kort verhaal (max. 500 woorden)

Novelle (minder dan 100 pag.)

Roman

Epiek

• mythen: over (half)goden & helden
   ze verklaren van de onbegrijpelijke werkelijkheid
• legenden: over levens van heiligen
  ze gaan over wonderen
• sagen: fantasy-achtig
  ze gaan over mystieke zaken zoals weerwolven of witte wieven
• sprookjes: moralistische volksverhalen
  ze gaan over goed vs kwaad
• fabels: dierenverhalen
  ze gaan houden mensen een spiegel voor 

Lyriek

• Verschillen met proza
• In de moderne poëzie niet veel genres te onderscheiden
• Bekende vormen: sonnet (4-4-3-3 zinnen),
  haiku (5-7-5 lettergrepen), puntdicht (zeer kort), limerick, ballade (verhalend lied met tragische afloop), elegie (klaaglied, tegenwoordig smartlap of levenslied)

Indeling

• Uitleg theorie paragraaf 2+3
• Maken opdrachten
• Lezen
• Bespreken
• Woordenschat
• Lezen

Werktijd

• Werk aan opdr. 1 t/m 6 blz. 136
• Werk aan opdr. 1-4-6-8a blz. 138

Lezen als je klaar bent.

Indeling

• Uitleg theorie paragraaf 2+3
• Maken opdrachten
• Lezen
• Bespreken
• Woordenschat
• Lezen

Bespreken

Opdr. 1 t/m 6 blz. 136

Opdr. 1-4-6-8a blz. 138

Indeling

• Uitleg theorie paragraaf 2+3
• Maken opdrachten
• Lezen
• Bespreken
• Woordenschat
• Lezen

Woordenschat

• alter ego
• dubbelleven
• incest
• laster
• onhebbelijkheid
• romantiseren
• versleutelen

Woordenschat

• categoriseren
• clichématig
• elkaar de loef afsteken
• expressief
• moralistisch
• normatief
• oraal
• triviaal
• vergankelijkheid
• virtuositeit

Denk na over (en noteer):

Tot welk genre behoort het boek dat je met je groep aan het lezen bent? (schrijf op voor je boekgesprek)

Lees verder in je boek.