5V-Maatschappijleer Domein D2 Verzorgingsstaat

Verzorgingsstaat
Domein D2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verzorgingsstaat
Domein D2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tim 'S Jongers
  • Luister
  • Maak aantekeningen
  • Na afloop krijg je vragen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de dakloze jongeren heeft suïcidepogingen gedaan?
A
60 procent
B
42 procent
C
75 procent
D
25 procent

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een belangrijke oorzaak van dakloosheid?
A
gezondheidsproblemen
B
economie
C
werkloosheid
D
vroegtijdig schoolverlaten

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kosten per dakloze persoon?
A
tussen de 30.000 en 85.000 euro
B
tussen de 50.000 en 100.000 euro
C
tussen de 15.000 en 30.000 euro
D
tussen de 10.000 en 20.000 euro

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dakloze minderjarigen zijn er geteld?
A
1.000 dakloze minderjarigen
B
1.101 dakloze minderjarigen
C
500 dakloze minderjarigen
D
2.000 dakloze minderjarigen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel vroegtijdig schoolverlaters zijn er jaarlijks?
A
29.702 vroegtijdig schoolverlaters.
B
24.000 schoolverlaters in het hbo.
C
10.000 schoolverlaters.
D
50.000 schoolverlaters.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is Upstream momenteel aanwezig in Nederland?
A
Nee, voorlopig nog niet.
B
Het wordt breed omarmd door scholen.
C
Ja, het is al geïmplementeerd.
D
Het is verplicht voor alle scholen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat solidariteit betekent binnen de context van een verzorgingsstaat. 
Aan het einde van de les kun je het belang van gelijkwaardigheid in een verzorgingsstaat beschrijven. 
Aan het einde van de les kun je de sociale grondrechten opsommen die in een verzorgingsstaat gelden. 
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen rechten en plichten in een verzorgingsstaat illustreren. 
Aan het einde van de les kun je de rol van de overheid, burgers, maatschappelijk middenveld en bedrijven in een verzorgingsstaat benoemen. 
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het poldermodel inhoudt en hoe dit in Nederland functioneert. 
Aan het einde van de les kun je de voor- en nadelen van marktwerking in de context van een verzorgingsstaat uiteenzetten.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is solidariteit?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Solidariteit als kern van de verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat is gebaseerd op de solidariteitsgedachte, waarbij risico's gedeeld worden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gelijkwaardigheid en sociale grondrechten
Gelijkwaardigheid is essentieel, met sociale grondrechten die niet afdwingbaar zijn maar wel nagestreefd worden door de overheid.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechten en plichten van burgers
Burgers hebben rechten en plichten, zoals leerplicht en sollicitatieplicht.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Actoren in de verzorgingsstaat
Belangrijke actoren zijn de overheid, burgers, maatschappelijk middenveld en bedrijven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het maatschappelijk middenveld en particulier initiatief

Het maatschappelijk middenveld omvat organisaties die belangen vertegenwoordigen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale partners en het poldermodel
Sociale partners zijn de organisaties die cao's afsluiten, het poldermodel kenmerkt de Nederlandse manier van overleggen en compromissen sluiten.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktwerking en de rol van bedrijven in de verzorgingsstaat

Marktwerking heeft voor- en nadelen, waarbij de overheid soms ingrijpt met regels.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitielijst
Verzorgingsstaat: Een staat waarin de overheid voorzieningen treft om het welzijn en de welvaart van haar burgers te bevorderen. 
Solidariteit: Bereidheid in een groep of samenleving om risico's met elkaar te delen. 
Gelijkwaardigheid: Het principe dat iedereen gelijke kansen moet krijgen om een menswaardig bestaan te leiden. 
Sociale grondrechten: Rechten op onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, bestaanszekerheid en bescherming van het leefmilieu. 
Leerplicht: De plicht om tot een bepaalde leeftijd onderwijs te volgen. 
Sollicitatieplicht: De verplichting om actief naar werk te zoeken als men werkloos is en een uitkering ontvangt. 
Maatschappelijk middenveld: Organisaties die tussen de overheid en individuele burgers in staan en verschillende groepen vertegenwoordigen. 
Sociale partners: Werknemers- en werkgeversorganisaties die hun belangen behartigen en collectieve arbeidsovereenkomsten afsluiten. 
Poldermodel: De Nederlandse manier van overleggen en compromissen sluiten tussen overheid, vakbonden en werkgevers.
Marktwerking: Het mechanisme waarbij vraag en aanbod de prijs en kwaliteit van producten en diensten bepalen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de belangrijkste waarden van een verzorgingsstaat?
A
Hiërarchie en exclusiviteit
B
Competitie en winstbejag
C
Solidariteit en gelijkwaardigheid
D
Vrijheid en individualiteit

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn actoren binnen een verzorgingsstaat?
A
Alleen de overheid en individuele burgers
B
Overheid, individuele burgers, maatschappelijk middenveld, bedrijven
C
Alleen bedrijven en het maatschappelijk middenveld
D
Alleen vakbonden en werkgeversorganisaties

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het poldermodel in Nederland?
A
Een model van strikte overheidscontrole op de arbeidsmarkt
B
Een model waarbij bedrijven volledige autonomie hebben in het bepalen van arbeidsvoorwaarden
C
Een overeenstemming via onderhandelingen met compromissen tussen overheid, vakbonden en werkgevers
D
Een model gebaseerd op individuele onderhandelingen tussen werknemers en werkgevers

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn mogelijke risico's van marktwerking in een verzorgingsstaat?
A
Verbetering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en onderwijs
B
Verhoogde efficiëntie en lagere kosten van diensten
C
Mogelijk verlies van toegang tot benodigde zorg en onderwijs beperkt door financiële overwegingen
D
Vereenvoudiging van administratieve processen en kortere wachtlijsten

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.