Diabetes

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GMKMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

waar denk je aan
bij diabetes

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

stelling 1: insuline in een pomp is kortwerkend
stelling 2: insuline wordt alleen gebruikt bij DM type 1
A
stelling 1 en 2 zijn juist
B
stelling 1 en 2 zijn onjuist
C
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
D
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

wat is geen leef advies bij DIabetes
A
geen maaltijden overslaan
B
niet roken
C
voldoende bewegen
D
niet meer dan 4 glaasje alcohol per dag

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Na hoeveel jaar behandeling bij type 2 met bloedsuikerverlagende middelen moet je insuline erbij gaan gebruiken of overstappen op insuline

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

welk bloedsuikerverlagend middel veroorzaakt geen hypo ?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

hoe werkt een DPP-4 remmer ?
A
verhogen de insuline productie
B
verhogen de gevoeligheid voor insuline

Slide 17 - Quiz

Welk middel behoort niet tot de sulfonureumderivaten
A
tolbutamide
B
glibenclamide
C
gliclazide
D
metformine

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

wat is geen kortwerkende insuline
A
actrapid
B
insulatard
C
humalog
D
novorapid

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

noem een langwerkende insuline

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

wat te doen bij een hypo

Slide 28 - Question ouverte

stelling 1: DM type 2 is een tekort aan insuline
stelling 2 : DM type 1 alvleesklier maakt bijna geen insuline meer aan
A
stelling 1 en 2 zijn juist
B
stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
C
stelling 2 is juist en stelling 1 is onjuist
D
stelling 1 en 2 zijn onjuist

Slide 29 - Quiz

wat is geen verschijnsel van een Hypo ?
A
trillen
B
dorst
C
wazig zien
D
gapen

Slide 30 - Quiz