Par 1.4 (mavo 4)

Par. 1.4 (mavo 4)
weet je het nog?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Par. 1.4 (mavo 4)
weet je het nog?

Slide 1 - Diapositive

Vraag 1 (algemene kennis)
Als het gaat om grote bedragen betalen, is het vaak handiger om … geld te gebruiken
A
Chartaal
B
Giraal

Slide 2 - Quiz

2015 is het basisjaar. Bereken het indexcijfer van 2020?
Jaar
2016
2017
2018
Index-cijfer
115,4
?
Bedrag
€1,30
€1,50
€1,65
Vraag 2 2016 is het basisjaar. Wat is het indexcijfer van 2018?
A
128,6
B
123,4
C
126,9
D
121,7

Slide 3 - Quiz


Vraag 3
Bij welke lijn is het inkomen het meest ongelijk verdeeld?
A
De groene lijn
B
De blauwe lijn
C
De rode lijn

Slide 4 - Quiz

Vraag 4
De bank geeft 0,2% (nominale) rente. De inflatie is 1%. Wat is de reële rente?
A
0,8%
B
1,2%
C
-0,8%
D
0,2%

Slide 5 - Quiz

Vraag 5
Wat betekent een reële rente van -0,8% ?
A
Dat je koopkracht van je spaargeld daalt met 0,8%
B
Dat je meer kunt kopen met je spaargeld
C
Dat de rente hoger is dan de inflatie

Slide 6 - Quiz


Welke sport
Voetbal
Hockey
Basket-bal
Geen
Hoeveel %
29%
15%
16%
40%
Vraag 6
Er zijn 800 kinderen. De tabel laat zien hoeveel % van de kinderen welke sport doet. Hoeveel kinderen doen aan een sport?
A
232 kinderen
B
300 kinderen
C
320 kinderen
D
480 kinderen

Slide 7 - Quiz

Vraag 7
Je primaire inkomen bestaat uit
A
Je besteedbaar inkomen
B
Inkomen uit arbeid, bezit en overdrachten
C
Inkomen uit arbeid en bezit - belasting + overdrachtsinkomen
D
Inkomen uit arbeid en bezit

Slide 8 - Quiz

Vraag 8
Als de inflatie hoger is dan je loonstijging
A
Daalt je koopkracht
B
Stijgt je koopkracht
C
Blijft je koopkracht gelijk

Slide 9 - Quiz


Vraag 9: Bereken de inkomsten uit overdracht per week

A
€39,64
B
€865,38
C
€38
D
€943,02

Slide 10 - Quiz

Vraag 10
Bereken het cpi.
A
102,92
B
101,92
C
100,92
D
105,92

Slide 11 - Quiz