Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Nederlands
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Diapositive

Planning

10 minuten samen voorlezen
Nakijken huiswerk
Uitleg klassikaal
Maken huiswerk
Doel

Herhaling lidwoord 
Herhaling zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al?

Slide 4 - Diapositive

Een lidwoord is...

Slide 5 - Carte mentale

Een zelfstandig naamwoord is...

Slide 6 - Carte mentale

Lidwoorden
Staan voor een zelfstandig naamwoord:
de - het - een

onbepaald lidwoord:
een
bepaald lidwoord:
de - het

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, planten, dingen en begrippen:
tafel - leerlingen - zonnebloemen - telefoon

eigennamen zijn zelfstandig naamwoorden die je met een hoofdletter schrijft:
Den Haag - Roos - Maerlant-Lyceum - HDM

Slide 8 - Diapositive

Werkwoorden
dingen die je doet:
lopen - schreeuwen - zijn - verhuizen

een heel werkwoord heet ook wel een infinitief

werkwoorden kan je vervoegen:
ik loop - jij loopt - wij hebben gelopen

Slide 9 - Diapositive

Werkwoord
Een werkwoord:
  • Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
  • In elke zin staat altijd één werkwoord, soms meer.



Slide 10 - Diapositive

Werkwoorden herkennen
Werkwoorden vervoegen.

Zet er 'ik', 'hij' en 'wij' voor.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Doelen deze les

Herhaling lidwoord
Herhaling zelfstandig naamwoord
Volgende les

Het onderwerp

Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 13 - Diapositive