Mentaal welbevinden

Mentaal welbevinden
NCZ
2024-2025
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
AtelierLevensbeschouwingSecundair onderwijs

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Mentaal welbevinden
NCZ
2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Minimumdoelen van deze bundel
TV Identiteit: PD1 autonomie (veerkracht) PD2 moreel denken (zelfinzicht en eigenwaarde - gezondheid) PD5 zingeving (zelfinzicht)
• De leerlingen ontwikkelen gezondheidsvaardigheden  in functie van hun fysiek en mentaal welzijn binnen verschillende thema’s.
•De leerlingen beoordelen hun eigen mentaal welbevinden aan de hand van recente wetenschappelijke inzichten.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op een schaal van 1 tot 10 waarbij 1 heel slecht en 10 fantastisch is, hoe voel je jou op dit moment?
110

Slide 3 - Sondage

Deze opwarmer kan interactief aan de hand van de LessonUp gedaan worden (levert een gemiddelde op) of klassikaal bevraagd worden (meer zicht op de individuele cijfers maar vraagt meer tijd om te bespreken).
Mentaal welbevinden
Atelier 5 DUF/DOF
2024-2025
mentaal welbevinden
veerkracht
hulpverlening

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mentaal welbevinden
Atelier 5 DUF/DOF
2024-2025
mentaal welbevinden
veerkracht
hulpverlening

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 Wat is geestelijke gezondheid?

= niet geestelijk ongezond?

meer dan dat!

Slide 6 - Diapositive

De term ‘geestelijke gezondheid’ wordt vaak gedefinieerd vanuit geestelijke ongezondheid (Cattan & Tilford, 2006): je bent geestelijk gezond wanneer er geen symptomen aanwezig zijn die wijzen op ongezondheid. Maar iets wat er niet is, bestaat eigenlijk niet … Geestelijk gezondheid is dus ‘meer’ dan enkel niet ziek zijn.
1.1 Wat is geestelijke gezondheid?
‘Optimale’ geestelijke gezondheid = 
1) geen of slechts minimale psychische klachten 
2) goed functioneren (positieve geestelijke gezondheid)

positieve geestelijke gezondheid = mentaal welbevinden of geluk

Slide 7 - Diapositive

We kunnen stellen dat er sprake is van ‘optimale’ geestelijke gezondheid wanneer iemand enerzijds geen of slechts minimale psychische klachten heeft (dit is het pathogenetische element) en anderzijds ook in positieve zin goed functioneert (dit is het salutogenetische element). Die persoon heeft dan het gevoel zijn of haar capaciteiten en mogelijkheden te kunnen inzetten en kan kleine en grote stresserende gebeurtenissen het hoofd bieden. Daarnaast kan deze persoon zich op een nuttige manier bezighouden en kan hij/zij op een positieve manier relaties met de mensen om zich heen uitbouwen en onderhouden.

Het salutogenetische element van geestelijke gezondheid noemen we ook ‘positieve geestelijke gezondheid’. Die positieve geestelijke gezondheid komt tot uiting als mentaal welbevinden of ‘geluk’.

Slide 8 - Diapositive

De manier waarop ‘positieve geestelijke gezondheid’ en ‘geestelijke ongezondheid’ op elkaar inspelen wordt verder verduidelijkt aan de hand van het tweevoudig continuümmodel van Corey Keyes (2005). 

De samenhang tussen beide is negatief: psychische problemen gaan vaker samen met een slechte positieve geestelijke gezondheid dan met een goede. Maar die relatie is beperkt: de mate van geestelijke ongezondheid zegt niet zoveel over de mate van positieve geestelijke gezondheid, en andersom. Iemand met psychische klachten kan toch welbevinden ervaren, en afwezigheid van psychische klachten garandeert nog geen hoge mate van welbevinden (Bannink, 2021).
1.1 Wat is geestelijke gezondheid?

4 clusters van functioneren:
1. hoog welbevinden + weinig psychische klachten = floreren of flourishing
2. laag welbevinden + weinig psychische klachten = afbrokkelen of languishing
3. hoog welbevinden + psychische klachten = strijden of struggling
4. laag welbevinden + psychische klachten = ploeteren of floundering

Slide 9 - Diapositive

De wisselwerking tussen beide continua definieert vier clusters van functioneren:
  1. In de eerste groep gaat het ervaren van hoog welbevinden samen met de afwezigheid van mentale ongezondheid. We zouden hier kunnen spreken over ‘optimale geestelijke gezondheid’. Het functioneren van deze groep wordt omschreven als floreren (flourishing).
  2. De geestelijke gezondheid van de tweede groep wordt gekenmerkt door een combinatie van laag welbevinden, terwijl er toch geen psychische problemen of psychopathologie aanwezig zijn. Het functioneren van deze groep is aan het afbrokkelen (languishing), wat dus wijst op een steeds minder optimale geestelijke gezondheid.
  3. Het functioneren van een derde groep kan omschreven worden als worstelen of strijden (struggling). Bij deze groep is er sprake van een geestelijke gezondheid die gekarakteriseerd wordt door psychische problemen of stoornissen, in combinatie met een hoog niveau van welbevinden.
  4. Tot slot is er ook een groep die ploetert (floundering) en dat komt zowel in psychopathologie als laag welbevinden tot uiting.

1.1 Wat is geestelijke gezondheid?

Assen relatief onafhankelijk, maar beïnvloeden elkaar ook!

Het werken aan mentaal welbevinden kan dus zowel je positieve geestelijke gezondheid versterken als een positieve effect hebben op eventuele psychische klachten. 

Slide 10 - Diapositive

Het model laat dus zien dat de twee assen van geestelijke gezondheid relatief onafhankelijk zijn van elkaar, maar ze beïnvloeden elkaar ook. Er is met andere woorden een wisselwerking tussen beide. Deze wisselwerking zorgt ervoor dat het werken aan één as kan leiden tot verschuivingen op de andere as. Dit betekent ook dat wanneer er sprake is van psychopathologie (psychische klachten of geestelijke ongezondheid) iemand baat kan hebben bij het versterken van zijn of haar mentaal welbevinden. Het werken aan mentaal welbevinden kan dus zowel je positieve geestelijke gezondheid versterken als een positieve effect hebben op eventuele psychische klachten. Geestelijke gezondheidsbevordering zal daarom primair inzetten op het versterken van de as van positieve geestelijke gezondheid (waar we meer vat op hebben). 
1.2 Hoe zit het met de rest?
“Without mental health there can be no true physical health”

Gezondheid = integraal concept 
mentaal - fysiek - sociaal 

Slide 11 - Diapositive

Brock Chisholm, de eerste directeur-generaal van de Wereldgezondheids-organisatie (World Health Organization, WHO), benadrukte al in 1954 dat fysieke en mentale gezondheid nauw met elkaar verbonden zijn. Hij stelde: “without mental health there can be no true physical health”.

Gezondheid moet dus benaderd worden als integraal concept: naast fysieke en geestelijke gezondheid, onderscheiden we ook sociale gezondheid. Het is dynamisch en complex. Dat maakt ook duidelijk waarom bijvoorbeeld bewegen, een positieve invloed kan hebben op ons mentaal welbevinden, of waarom onze emoties en gemoedstoestand ons eetgedrag kunnen beïnvloeden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3 We zijn er bijna! (maar nog niet helemaal)

geestelijke gezondheid 

gezondheid als integraal concept 

mentaal welbevinden of geluk

Slide 13 - Diapositive

We weten nu wat geestelijke gezondheid inhoudt, en hoe dit zich verhoudt tot gezondheid in haar geheel, maar deze bundel gaat toch over mentaal welbevinden? Denk even terug aan de definitie van geestelijke gezondheid, meer specifiek het salutogenetische element: we noemen dit ook positieve geestelijke gezondheid, wat tot uiting komt in als mentaal welbevinden of geluk. 
1.3 We zijn er bijna! (maar nog niet helemaal)

Mentaal welbevinden is de mate waarin je je goed in je vel voelt, de mate waarin je je gelukkig voelt.

Geluk niet alleen te maken met emotie en gevoelens, maar ook met cognitie en verbondenheid met andere mensen 

Slide 14 - Diapositive

Maar wat wil dat precies zeggen? Mentaal welbevinden is een vaag concept – je kunt je er weinig bij voorstellen. We spreken daarom ook wel over geluk. Geluk wordt vaak gelijkgesteld aan genot of ‘genieten’. Dat gaat over het tijdelijk ervaren van positieve gevoelens. Maar geluk is veel meer dan dat! Op basis van vele onderzoeken naar mentaal welbevinden is er een consensus dat geluk niet alleen te maken heeft met emotie en gevoelens, maar ook met cognitie en verbondenheid met andere mensen en de wereld rondom ons.

Slide 15 - Diapositive

Deze bevindingen werden geïntegreerd in het eerste Vlaamse geluksmodel, namelijk de geluksdriehoek. Men wou een visueel aantrekkelijk model ontwikkelen dat niet alleen inzicht verschaft in de bouwblokken van geluk, maar ook duidelijk maakt hoe je deze bouwblokken kunt versterken.

Slide 16 - Vidéo

De kern van de geluksdriehoek wordt gevormd door drie componenten of ‘bouwblokken’:
  • je goed voelen,
  • op een optimistische manier over jezelf en je leven denken,
  • en het gevoel verbonden te zijn met de mensen rond je heen.
Hoewel het belang van elke bouwblok verschilt van mens tot mens en verandert over de tijd, zijn deze bouwblokken voor zowat iedereen nodig om zich goed te voelen. Belangrijk is ook dat de bouwblokken met elkaar verbonden zijn: ze vallen als puzzelstukjes in elkaar.

Het bouwblok ‘goed omringd zijn’ verwijst naar het gevoel dat je warme en vertrouwelijke relaties hebt met de mensen om je heen. Je voelt je oprecht betrokken bij die mensen. Je weet dat je op hen kan rekenen wanneer nodig en zij kunnen ook steunen op jou.

Het bouwblok ‘je goed voelen’ gaat over je ‘emotioneel’ goed in je vel voelen. Dat betekent in de eerste plaats dat je positieve gevoelens kunt ervaren: plezier beleven, interesse hebben om dingen aan te pakken, energie hebben om dingen aan te pakken. Maar het gaat ook over een veel ruimer gevoel van levenstevredenheid: je ervaart innerlijke rust, je hebt het gevoel dat je wensen en behoeften grotendeels vervuld worden. Ook minder positieve gevoelens hebben een plek in deze bouwblok: ze kunnen én mogen er zijn.

Het bouwblok ‘jezelf kunnen zijn’ gaat over jezelf kunnen aanvaarden en een positieve houding aannemen over jezelf − ook in relaties met anderen. Je kent jezelf (Wie ben ik? Waar ben ik trots op?). Vanuit die aanvaarding kan je gemakkelijker een richting kiezen in het leven (Wat wil ik? Wat is mijn doel? Wat maakt mijn leven waardevol?). Je kunt min of meer je eigen weg volgen, zonder dat je je laat leiden door sociale druk.

Onder de driehoek zie je een oranje bol. Die bol kan je uit balans brengen. Je moet en kan je niet altijd gelukkig voelen. Er is altijd wel iets -stress, een tegenslag, ….- wat je uit balans brengt. En dat is oké. Soms is de bol groter, soms is hij heel klein. Weet dat de bol er is en stoor je er niet aan. Wanneer je erin slaagt om, ondanks de bol, ondanks tegenslagen, toch (opnieuw) balans te creëren, vertoon je veerkracht. Dat doe je door (leren) om te gaan met stress en emoties, door je flexibel aan te passen aan de situatie en door fouten te durven maken en hieruit te leren.
Mentaal welbevinden
Atelier 5 DUF/DOF
2024-2025
mentaal welbevinden
veerkracht
hulpverlening

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe sterk je uiteindelijk uit balans geraakt, hoe sterk jouw geluk te lijden heeft onder druk, tegenslagen en veranderingen, hangt af van hoe veerkrachtig je op dat moment bent.

Slide 18 - Diapositive

Perfect gelukkig zijn, bestaat dat? Er zijn zeker momenten waarop alles lijkt ‘te kloppen’ en je je dus écht gelukkig voelt. Die momenten moet je zo veel mogelijk koesteren. Want de realiteit is dat je niet voortdurend gelukkig kunt zijn. We ervaren allemaal stress, kennen allemaal tegenslagen. Dat geeft de oranje bol weer.

Hoe sterk je uiteindelijk uit balans geraakt, hoe sterk jouw geluk te lijden heeft onder druk, tegenslagen en veranderingen, hangt af van hoe veerkrachtig je op dat moment bent. Heel wat vaardigheden of competenties die bijdragen aan ons geluksgevoel, dragen ook bij tot meer veerkracht. Toch zijn er drie bijkomende competenties die in het bijzonder belangrijk zijn om veerkrachtig in het leven te staan:
  • emotie- en stressregulatie
  • flexibiliteit
  • en omgaan met tegenslagen
Door die vaardigheden te trainen leer je geleidelijk aan wat je kan helpen en wat niet. Je ontwikkelt het vertrouwen dat, wanneer er zich iets voordoet, je er wel uit zult geraken.

2.2 Copingvaardigheden op een rij

Emotie- en stressregulatie: situatie, aandacht, beoordeling, reactie
Flexibiliteit: aanpassingsvermogen
Omgaan met tegenslagen: leren fouten als deel van een leerproces te zien

Slide 19 - Diapositive

Eerder hadden we het over vaardigheden die niet enkel bijdragen aan ons geluksgevoel, maar ook onze veerkracht versterken. Deze kunnen goed van toepassing komen wanneer we bij onszelf signalen van stress en overprikkeling opmerken en we buiten onze window of tolerance (dreigen te) geraken. Hieronder vind je een opsomming van tips om jouw emotie- en stressregulatie, flexibiliteit, en omgang met tegenslagen te versterken.
2.3 Niet vergeten te ademen
Onze ademhaling is direct verbonden met ons zenuwstelsel

Wanneer we gestrest zijn, ademen we sneller en oppervlakkiger ('vecht-of-vluchtsysteem')

Door bewust rustiger en dieper te ademen, kunnen we dit systeem tot rust brengen

Slide 20 - Diapositive

Ademhalen is iets wat we de hele dag door doen, zonder erbij na te denken. Maar wist je dat je ademhaling veel invloed heeft op hoe je je voelt en hoe je met stress omgaat? Bewust ademhalen is een eenvoudige, krachtige manier om je lichaam en geest te helpen ontspannen, je aandacht te verbeteren en stress te verminderen. Het is niet voor niets dat ademhalingsoefeningen in elke lijst voorkwam!

Waarom is ademhaling zo belangrijk?
Onze ademhaling is direct verbonden met het zenuwstelsel. Wanneer we gestrest zijn, ademen we sneller en oppervlakkiger. Dit activeert het ‘vecht-of-vluchtsysteem’ van ons lichaam, wat ons helpt alert te blijven, maar ook zorgt voor een opgejaagd en gespannen gevoel. Door bewust rustiger en dieper te ademen, kunnen we dit systeem tot rust brengen. Dat komt doordat bepaalde ademhalingstechnieken de nervus vagus stimuleren, een zenuw die helpt het lichaam in een staat van rust te brengen.

Hoe werken ademhalingsoefeningen?
Bij ademhalingsoefeningen breng je je ademhaling bewust onder controle, wat je helpt om je zenuwstelsel te kalmeren en je hoofd leeg te maken. Door diep en langzaam te ademen, kunnen je hartslag en bloeddruk dalen, waardoor je je meteen rustiger voelt. Bovendien helpt bewuste ademhaling om de window of tolerance – de mentale ruimte waarin je stress en emoties aankunt – te vergroten.

Slide 21 - Diapositive

De fysiologische zucht (physiological sigh)
Een van de meest effectieve ademhalingsoefeningen is de fysiologische zucht. Deze techniek wordt door ons lichaam automatisch gebruikt wanneer we extra spanning los moeten laten. De oefening bestaat uit een lange inademing, gevolgd door een korte extra inademing en een langzame uitademing. Dit verlaagt direct je hartslag en helpt je om spanning kwijt te raken. Door deze techniek bewust toe te passen, kun je spanning in je lichaam verminderen en je snel kalmer en meer gefocust voelen.

Slide 22 - Diapositive

Vierkant ademhalen (box breathing)
Box breathing is een eenvoudige techniek die vaak door sporters en militairen wordt gebruikt om stress te beheersen en de concentratie te verhogen. Deze oefening bestaat uit vier gelijke stappen en helpt om je ademhaling te vertragen en kalmte op te roepen:
  • Adem vier seconden langzaam in door je neus.
  • Houd je adem vier seconden vast.
  • Adem vier seconden langzaam uit door je mond.
  • Houd je adem weer vier seconden vast en herhaal dit patroon.
Deze techniek helpt om de hartslag en bloeddruk te verlagen en heeft een kalmerend effect op het zenuwstelsel (adminVN, 2024).

Slide 23 - Diapositive

Buikademhaling (diaphragmatische ademhaling)
Buikademhaling richt zich op het gebruik van je middenrif, een spier die de ademhaling helpt door de longen te openen voor een diepe ademhaling. Door bewust naar de buik te ademen in plaats van naar de borst, zorg je voor een diepe en langzame ademhaling:
  • Ga comfortabel zitten of liggen.
  • Leg een hand op je borst en de andere op je buik.
  • Adem diep in door je neus zodat je buik omhoog komt, maar je borst stil blijft.
  • Adem langzaam uit door je mond en voel je buik terugzakken.
Deze techniek verhoogt de zuurstoftoevoer naar het lichaam en helpt om je parasympathische zenuwstelsel te activeren, wat je in een staat van ontspanning brengt (Lomas, 2024).

Opdracht
Maak een top 3 van de ademhalingsoefeningen die we zonet hebben bekeken en geprobeerd. Naar welke gaat jouw voorkeur uit?

Slide 24 - Diapositive

1min - zelfstandig in te vullen - kan klassikaal besproken worden (wie verkiest 1-2-3?) - noteer op post it & kleef in jouw bundel/boek

IN GEVAL VAN TIJDSNOOD DEZE OPDRACHT OVERSLAAN
Mentaal welbevinden
Atelier 5 DUF/DOF
2024-2025
mentaal welbevinden
veerkracht
hulpverlening

Slide 25 - Diapositive

We hebben ondertussen al heel wat handvaten bekeken die je kunnen helpen om met bepaalde zaken om te gaan. Maar wat als dat niet voldoende is? Gelukkig kan je dan rekenen op de hulpverlening

LOOPQUIZ
Je leerkracht zal buiten of binnen vier zones aanduiden die elk verwijzen naar antwoord A, B, C of D. Iedereen staat recht en bij elke quizvraag die de leerkracht stelt, ga je naar de zone van het antwoord dat volgens jou het juiste is.
De leerkracht zal telkens ook wat extra toelichting geven waar nodig.

Maar soms lukt het niet alleen...
De dagen worden korter, het wordt vlugger donker. Heel wat mensen hebben het daardoor wel eens lastig om zich door de dag te slepen.
Ook een heleboel jongeren voelen zich geregeld slecht in hun vel: 1 op de 5 kampt met depressieve gevoelens, zo blijkt.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor staat de afkorting CLB?
A
Centra voor Leren en Begeleiden
B
Centra voor Leven en Begeleiding
C
Centra voor LeerlingenBegeleiding
D
Centra voor LeerBegeleiding

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor kan je terecht bij het CLB?
A
Leerproblemen
B
Je weet niet hoe om te gaan met een lastige thuissituatie of situatie op school
C
Je zit met vragen rond je seksualiteit of identiteit, je zit niet lekker in je vel
D
Als je niet weet welke richting goed zou zijn voor jou

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie werkt er NIET bij het CLB?
A
Psycholoog
B
Verpleegkundige
C
Maatschappelijk werker
D
Leerkracht

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het CAW is het Centrum Algemeen Welzijnswerk; dit centrum is gericht op volwassenen, maar zij hebben ook een jongerenafdeling. Hoe heet die jongerenafdeling?
A
Het CLB (Centrum voor Leerlingbegeleiding)
B
Het JAC (JongerenAdviesCentrum)
C
Sensoa (Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid)
D
Helan ziekenfonds

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke leeftijd kan je bij het JAC terecht? Van 12 jaar tot …
A
18 jaar
B
20 jaar
C
21 jaar
D
25 jaar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Via welke weg kan je het JAC bereiken?
A
Per mail
B
Per chat
C
Per telefoon
D
Per afspraak

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke diensten van het JAC zijn te betalen?
A
Een luisterend oor voor je zorgen of problemen, en advies
B
Begeleiding bij problemen thuis of in je relatie, bij persoonlijke problemen, of bij financiële of administratieve problemen, zodat je zo snel als mogelijk zelf weer verder kan.
C
Tijdelijk noodonderdak.
D
Advies in een crisissituatie, hulp bij het zoeken van een noodoplossing.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer kan je 24 op 7 bellen als je ergens mee zit en je graag eens met iemand wilt praten?
A
101
B
106
C
112
D
1712

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

andere hulporganisaties (zie startpagina smartschool)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht welbevindenboek

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welbevindenboek
Je houdt ongeveer anderhalve tot 2 weken een welbevindenboek bij waarbij je bewust aan de slag gaat met jouw mentaal welbevinden en het vergroten van jouw veerkracht. 

Je kiest zelf hoe je dit vormgeeft en structureert (creativiteit wordt aangemoedigd!), zolang alle elementen er in verwerkt zijn.


Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welbevindenboek
De deadline van deze opdracht :

- les 14/11 -> deadline donderdag 28/11 om 23:59

zie smartschool

Slide 39 - Diapositive

Je dient de opdracht in de correcte uploadzone (groep X – les op XX/11) in. 
Welbevindenboek
1. De geluksmaat – voormeting

2. Keuze van tools

3. De geluksmaat – nameting

Slide 40 - Diapositive

1. De geluksmaat – voormeting
Ga naar https://geluksdriehoek.be/oefeningen/de-geluksmaat/.
Je vult op het einde van de les de vragenlijst voor de eerste keer in. Dit is jouw nulmeting. Vergeet niet het resultaat meteen ergens te noteren – als je de vragenlijst invult zonder een account worden de resultaten niet bijgehouden!
Je noteert jouw resultaat in het welbevindenboek en schrijft hier een reflectie over van minstens 50 woorden (Ben je verrast door het resultaat? Waaraan zou het kunnen liggen dat je deze score haalt? …).

2. Keuze van tools
Ga naar https://geluksdriehoek.be/oefeningen.

Hier vind je een overzicht van tools die jou kunnen helpen om jouw mentaal welbevinden te versterken. Links kan je filteren op verschillende criteria, zoals bouwsteen of hoe je aan de slag wilt gaan.

Je gaat voor elke bouwsteen 1 tool kiezen, dat wilt dus zeggen dat je in totaal 3 tools probeert.
Je kiest 1 tool die je aan het denken zet en 1 tool die je moet doen. Je filtert hiervoor dus op ofwel ‘denken’ ofwel ‘doen’. De derde tool mag je zelf kiezen.

Per tool leg je uit wat het precies inhoudt en hoe jij dit hebt beleefd. Vervolgens schrijf je een reflectie van minstens 50 woorden (Hoe vond je dit om te doen? Wat voor effect heeft het wel/niet op jouw welbevinden gehad? Ga je dit in de toekomst nog doen? …).

3. De geluksmaat – nameting
Na het uitproberen van de drie door jou gekozen tools, vul je de vragenlijst opnieuw in (https://geluksdriehoek.be/oefeningen/de-geluksmaat/).

Je noteert jouw resultaat opnieuw in het welbevindenboek en vergelijkt dit met de eerste score. Je schrijf een samenvattende reflectie van minstens 100 woorden over het maken van deze opdracht en de mate dat het iets heeft betekend voor jouw mentaal welbevinden.

Slide 41 - Lien

De geluksmaat - vragenlijst

Slide 42 - Lien

Overzicht van tools - best laten zien hoe ze moeten filteren (belangrijk voor het kiezen van hun tool)

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions