P3W2: Volksverhalen - sage/legende

Birth of Venus - Sandro Botticelli
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Birth of Venus - Sandro Botticelli

Slide 1 - Diapositive

L'histoire de l'histoire
volksverhalen

Slide 2 - Diapositive

EPIEK
= verhalende literatuur, zowel in poëzie als proza

epos = grieks: heldendicht
episch / epic (Eng): groots en meeslepend

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

   MYTHE
  • meestal mondelinge tradities 
  • hoofdrolspelers zijn fantastische wezens: (half)goden, mythologische wezens en helden
  • verhalen proberen een rechtvaardiging of verklaring te geven voor een fenomeen of de oorsprong van de wereld
  • mythen zijn de directe erfenis van een cultuur of een volk: Grieks, Romaans, Noors, Germaans, Indiaas, IJslands ...
  • leerzaam, bevatten moraal, waarschuwingen, vaak ook religieus

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

  Echo & Narcissus
  • Narcissus was de mooiste man, iedereen was verliefd op hem.
  • De nimf Echo was op slag verliefd op hem, hij wijst haar onbeschoft af. 
  • Uiteindelijk wordt Narcissus verliefd op zijn spiegelbeeld in het water en sterft hij van verdriet omdat hij zichzelf niet kan aanraken.
  • Psychologische term en persoonlijkheidsstoornis: narcisme is hiervan afgeleid    = 'verliefd' zijn op jezelf, obsessie met jezelf, gebrek aan empathie

 

Slide 7 - Diapositive

Mythe: Daedalus en Icarus

Slide 8 - Diapositive

Mythe: PAARD VAN TROJE

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

  eigenlijke en historische
  SAGE
  • kort, traditioneel volksverhaal
  • 'sage' of 'zage' = Middelnederlands, afgeleid van zeggen, of 'wat men zegt' 
  • speelt zich af op een bekende plaats en op een bekend moment in de tijd 
  • heeft een historische, religieuze en waargebeurde kern waaromheen is gefantaseerd
  • voorbeelden: De rattenvanger van Hamelen, Wilhelm Tell, Het verhaal van Antwerpen, De vliegende Hollander, Witte wieven

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

  LEGENDE
  • volksverhaal 
  • vooral ontstaan in de middeleeuwen
  • ‘legenda’ (Latijn) betekent: 'wat gelezen moet worden'
  • religieus thema: gaat over Jezus of over heiligen / heilige voorwerpen
  • er gebeurt meestal een wonder
  • de kern is historisch, maar er is fantasie aan toegevoegd
  • er is een vrij duidelijke tijds- en plaatsbepaling
  • doel: mensen in contact brengen met God, het christelijke geloof
  • He's a living legend! Een mirakel, zeer beroemd persoon.

Slide 14 - Diapositive

stadssage of urban legend 
of broodjeaapverhaal
  • personages herkenbaar: gewone mensen
  • speelt zich af op plaatsen die we lijken te kennen (een bar, een ziekenhuiskamer, een restaurant op een toeristische bestemming), maar de precieze locatie blijft vaag
  • ook geen exacte tijdsbepaling, al doet het verhaal vermoeden dat het niet zo lang geleden kan zijn
  • doel: angst zaaien, griezelen

Slide 15 - Diapositive

Mythe, Sage, Legende of Sprookje?
Mythe: gaat over goden en mythische wezens.
Sage: is een volksverhaal dat zich afspeelt op een specifieke plaats met een vaak angstaanjagende gebeurtenis.
Legende: is een christelijk volksverhaal.
Sprookje: speelt zich af op een onbepaalde plaats en tijd, met gewoonlijk een gelukkige afloop.


 -  de genres kunnen soms overlappen -

Slide 16 - Diapositive