11/2/2021 - Dubbelop - 4Hnetl6

Formuleerfouten dubbelop
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Formuleerfouten dubbelop

Slide 1 - Diapositive

Inhoud van deze les
Check of je de tekstsoorten hebt begrepen
Uitleg dubbelopfouten
Opdracht maken
Opdracht insturen
Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Welk tekstdoel? Hoe weet je dit?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Welke tekstsoort? Hoe weet je dit?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Welke tekstsoort? Hoe weet je dit?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Welke tekstsoort zal je ZEKER op de website van een krant NIET terugvinden onder het kopje "Nieuws en achtergronden"?
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Nieuwsbericht
D
Uiteenzetting

Slide 9 - Quiz

Onder welk kopje zal je op de website van een krant ZEKER een betoog kunnen vinden?
A
Nieuws en achtergronden
B
Sport
C
Wetenschap
D
Opinie

Slide 10 - Quiz

Onder welk kopje zal je op de website van een krant GEEN uiteenzetting kunnen vinden?
A
Wetenschap
B
Verdieping
C
Entertainment
D
Economie

Slide 11 - Quiz

Formuleerfouten

Slide 12 - Diapositive

Wat vind je van een tekst waarin veel fouten worden gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Formuleerfouten: dubbelop
Onjuiste herhaling
Contaminatie
Tautologie
Pleonasme
Dubbele ontkenning

Slide 14 - Diapositive

Onjuiste herhaling = twee of meer keer hetzelfde woord onterecht herhalen

Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.
Ik heb geen geld, maar ik heb er ook geen tijd voor ook.
Aan dat gepraat over voetbal op tv heb ik een hekel aan.

Slide 15 - Diapositive

Contaminatie = vermenging van twee woorden of uitdrukkingen
Nachecken (nakijken + checken)
Ongenadeloos (ongenadig + genadeloos)
Het hoogste woord nemen (hij heeft het hoogste woord + het woord nemen)

Slide 16 - Diapositive

Tautologie = twee woorden gebruiken die hetzelfde betekenen
Zoals bijvoorbeeld; haast bijna; 
natuurlijk vanzelfsprekend 

Slide 17 - Diapositive

Pleonasme = kenmerk/eigenschap extra vermelden

Onnodig verspillen (verspillen is altijd onnodig)
Langzaam treuzelen (treuzelen is altijd langzaam)

Slide 18 - Diapositive

1. Bedenk zelf een voorbeeld van contaminatie.
2. Bedenk zelf een voorbeeld van pleonasme.

Slide 19 - Question ouverte

Dubbele ontkenning = twee keer ontkennen

We hebben nooit geen problemen.
Ze willen voorkomen dat er geen introducees meekomen.
Hoe durf je te ontkennen dat hij niets met de zaak te maken heeft.

Slide 20 - Diapositive

In welke zin zit geen dubbelopfout?
A
De regen kon de atleet er niet van weerhouden om geen training te volgen.
B
Je moet je bedenken dat zo'n nieuwe iPhone erg duur is.
C
Op zo'n keuze als die van jou valt nog best veel kritiek op te leveren.
D
De invoering van de ov-chipkaart ging met veel problemen gepaard.

Slide 21 - Quiz

Nu aan de slag
  • In de planner staat een online oefening klaar. 
  • Je maakt de oefening. 
  • Als je klaar bent, maak je een screenshot van je resultaten en die stuur je via de Teamschat in. 
  • Daarna kun je aan de slag met het minibetoog/lezen in je leesboek.  

Slide 22 - Diapositive