'Meer dan lezen' - onderwerp, hoofdgedachte + fictie hv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom h1f!

Ga lekker zitten, fijn dat je er bent.

Telefoon in de telefoontas?

Pak je spullen! Je hebt nodig:

• lesboek
• schrift + pen
• leesboek

Deze les

• 'Meer dan lezen' - theorie herhalen en bespreken
• Zelfstandig opdrachten maken
• Lezen uit 

Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst of een filmpje bepalen.

Weet je 't nog?

Leesstrategieën = manieren om een tekst te gaan lezen.

1. .............................................................................................
2. .............................................................................................
3. .............................................................................................
4. .............................................................................................

Waar gaat 't over?

Onderwerp 

Hoofdgedachte

In de tekst hierboven is het onderwerp van de tekst ook de film Spijt!.

De hoofdgedachte van deze tekst is:

De film 'Spijt!' is de eerste Carry Slee-verfilming die meer dan 400.000 bezoekers heeft getrokken.

http://nederlandsopthamen.weebly.com/hoofdgedachte-hoofdzaak--bijzaak.html

Wat is het onderwerp van een tekst?

• Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: fietsen of taart bakken.
  Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je de tekst beter wanneer je hem helemaal gaat lezen.
• Je vindt het onderwerp door
  1. De tekst oriënterend te lezen
  2. De vraag te stellen: waarover gaat deze tekst? 
  Het kortst mogelijke antwoord = het onderwerp 

De hoofdgedachte

• De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
  
  
• Je vindt de hoofdgedachte door
  1. De tekst precies te lezen
  2. Te kijken of de hoofdgedachte letterlijk aan het begin en het eind van de tekst  staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Waar ging het filmpje over?

• Mag ik het onderwerp omschrijven met een hele zin?
  Ja / nee 
• Hoe noem je de kleinere onderwerpen in een tekst?
  ....................................................................................................................
• De hoofdgedachte kun je in een zin samenvatten.
  Ja / nee

Aan de slag!

Wat? Je maakt de oefentoets §2. Lees de tekst en beantwoord de vragen. 

Hoe? Noteer de antwoorden in je laptop. Je werkt in stilte.

Hulp? 

Tijd? 15 minuten.. 

Ook klaar? Lees in stilte in je leesboek.

Aan de slag!

Wat? We maken opdracht 5 op p. 20. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. 

Hoe? Noteer de antwoorden in je schrift. Je werkt in stilte.

Hulp? BBB.

Tijd? -

Uitkomst? We gaan de opdracht straks bespreken. 

Eerder klaar? Ga verder met opdracht 7 op p. 20-21. 

Ook klaar? Lees in stilte in je leesboek.

Je kunt even een slokje water drinken, 

of naar de wc gaan. 

Over vier minuten gaan we verder met de les. 

Tot nu toe

• 'Meer dan lezen' - theorie bespreken
• Zelfstandig opdrachten maken

Je leert het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst of een filmpje bepalen.

We lezen:

Films die nergens draaien, van Yorick Goldewijk

Spelletje

De meeste woorden

Ik kies een letter, maak zoveel mogelijk woorden die beginnen met die letter!

Thema's: dieren, eten, beroepen, voertuigen, landen

Net als bij echt memory is het doel van dit spel om twee van dezelfde te vinden. Hier wordt niet met kaartjes gespeeld, maar met bewegende personen.

De twee memory spelers gaan buiten het zicht van de rest van de groep staan. De rest van de groep maakt tweetallen. Elk tweetal verzint een korte beweging. De groep gaat in rijen staan, met de tweetallen verspreid door elkaar.

De memory spelers komen nu weer terug en beginnen het spel. Een speler wijst twee leden van de groep aan. Deze doen hun beweging die ze vooraf hebben afgesproken. Doen de twee dezelfde beweging, dan heeft de speler een memory en mag nog een keer. Het tweetal gaat bij hem in de buurt staan. Zijn de bewegingen anders, dan is de andere speler aan de beurt.

letter f
dieren, eten, beroepen, voertuigen (geen namen!)

Wat heb ik vandaag geleerd?

'Meer dan lezen' - onderwerp, hoofdgedachte + fictie

'Meer dan lezen' - onderwerp, hoofdgedachte + fictie v