LES 5

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

      

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

• heb ik mijn woordkennis getest en uitgebreid.
• heb ik geoefend met de data in het Engels.
• heb ik geoefend met de tijden in het Engels.
• heb ik Nederlandse zinnen vertaald naar het Engels.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Quizlet

Kennen jullie de woorden nog? We spelen Quizlet live in teams! 

Quizlet: https://quizlet.com/339313591/live?type=classic

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Please, repeat!

Welk woord past het
beste bij de foto?

1. body
2. healthy
3. tired

Welk woord past het
beste bij de foto?

1. juice
2. meat
3. vegetables

Welke foto past
het best bij het
woord 'excercises'?

1. foto 1
2. foto 2

Please, repeat!

Wanneer was Cathy voor het laatst bij de dokter?

1. Op 3 mei
2. Vier weken geleden
3. Vorige week woensdag

Hoe gaat het met Cathy's knie?

1. Veel beter dan de laatste keer.
2. Ze heeft er veel pijn aan.
3. Ze kan nog niet goed lopen.

Mag Cathy minder beenoefeningen gaan doen?

1. Ja.
2. Nee.

Moet Cathy een nieuwe afspraak maken?

1. Ja, bij de secretaresse.
2. Ja, via de website.
3. Nee, ze hoeft niet terug te komen.

Moet Cathy een nieuwe afspraak maken?

1. Ja, bij de secretaresse.
2. Ja, via de website.
3. Nee, ze hoeft niet terug te komen.

Lezen

Lees de vragen en schrijf je antwoorden in het Engels op

op je wisbordje:

1. Welke datum is het vandaag?

2. Wat is je geboortedatum?

3. Wanneer is de verjaardag van de klasgenoot die naast je zit?

4. Welk seizoen is het nu?

Noteer je geboortedatum in het Engels

Read and repeat!

Koppel de woorden en betekenissen

I have an appointment at ten o'clock.

We always have a cup of coffee at 8 a.m. 

Lunch is at half past twelve.

It's twenty to six. Let's go!

I had breakfast at ten to seven this morning.

My train leaves at twenty minutes past four.

I always go to the gym at 8 p.m. on Mondays.

The match starts at a quarter to nine.

10:00

6:50

20:00

12:30

8:45

17:40

16:20

8:00

Schrijven

Lees de Nederlandse zinnen en bedenk hoe je deze in het Engels schrijft en schrijf ze op je blaadje. 

1. Hoe gaat het?
2. Ik heb een probleem.
3. Ik werk altijd op vrijdag.
4. Mijn moeder is ziek.
5. Wij hebben een afspraak in het ziekenhuis. Het is op vrijdag om 11 uur.

Beantwoord de vraag.

Answer, please!