Lezen Usher

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- je oefent je leesvaardigheid (met verschillende soorten teksten)

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
- Spijt (10 min)
- Welkom en introductie (5 min)
- Terugblik(quiz) (5 min)
- Introductie onderwerp m.b.v. tv-fragment (10 min)
- Zelfstandig werken (tekst met opdrachten) (20 min)
- Nabespreken opdrachten (10 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Diapositive

Terugblikquiz
Eerst nadenken in stilte en dan allemaal tegelijk vingers omhoog!

Slide 4 - Diapositive

Om het onderwerp van een tekst te vinden
a. moet je de tekst helemaal lezen (twee vingers)
b. hoef je de tekst niet helemaal te lezen (drie vingers)

Slide 5 - Diapositive

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel
a. amuseren (twee vingers)
b. informeren (drie vingers)
c. overtuigen (vier vingers)
d. activeren (=overhalen) (vijf vingers)

Slide 6 - Diapositive

Bij welke tekstverband horen de signaalwoorden: ook, bovendien en tevens
a. opsommend (twee vingers)
b. toelichtend (drie vingers)
c. tegenstellend (vier vingers)

Slide 7 - Diapositive

Een recensie heeft als tekstdoel
a. amuseren (twee vingers)
b. informeren (drie vingers)
c. overtuigen (vier vingers)
d. activeren (overhalen) (vijf vingers)

Slide 8 - Diapositive

Voor het donker wordt
Iemand bekend met het syndroom van Usher?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Reacties?

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag 
Wat: Lees de tekst en maak de opdrachten

Hoe: individueel (je mag op zachte toon wat vragen)

Klaar?  Dan kun je gaan lezen in je leesboek of opdracht 3 blz. 134 maken
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
Lesdoel bereikt? Je oefent je leesvaardigheid 

Vooruitblik: verder met leesvaardigheid
Het gebruik van afbeeldingen en tekst

Donderdag 12 maart: Diataaltoets 

Slide 13 - Diapositive

Wat staat er aan het eind van de regenboog?

Slide 14 - Diapositive

Een vrouw zit midden in de nacht in de woonkamer. Er brand geen enkel licht. Het is helemaal donker. Toch leest ze een boek. Hoe kan dat?

Slide 15 - Diapositive

Ik ben wat ik ben maar als je weet wat ik ben ben ik het niet meer.

Slide 16 - Diapositive